Albums samengesteld door Jan Bijlstra (Beesd, 27-11-1925 - 19-9-2007).

Albums samengesteld door Jan Bijlstra (Beesd, 27-11-1925 - 19-9-2007). Verzetsdeelnemer/Indiëganger. 2 albums met daarin fotoafbeeldingen -hoofdzakelijk gemaakt door Jan Bijlstra of door derden met zijn camera - van tijdens Bijlstra zijn diensttijd in Indonesië, documenten, en stafkaarten. De albums zijn in de jaren ’90 door Jan Bijlstra samengesteld en door hem voorzien van handgeschreven bijschriften. I. Album [82 pagina’s]: bevat (niet geheel chronologisch) circa 130 fotoafbeeldingen (deels reproducties) van Jan Bijlstra zijn diensttijd in Indonesië, aangevuld met enkele documenten. Betreft onder andere: -Albumblad (pagina 1) met fotoansichtkaart van de “S.S. Waterman”, en 1 foto van het bij vertrek naar Indonesië aan boord gaan van 6 militairen. De militair helemaal vooraan is Jan Bijlstra. -Albumblad (pagina 2) met 2 fotoafbeeldingen (waarvan 1 reproductie) van een met geweer poserende soldaat. Het betreft volgens het bijschrift een Soendanese soldaat die onder andere als gids en tolk voor het Nederlandse leger werkte, maar die in 1949 als gevolg daarvan om het leven is gebracht. -Albumblad (pagina 3) met 2 fotoafbeeldingen (waarvan 1 reproductie) van een legeronderdeel van de TNI (Tentara Nasional Indonesia) op mars. In het bijschrift merkt Bijlstra op dat één van de Indonesische officieren een verrekijker heeft, in tegenstelling tot veel Nederlandse officieren. -Albumblad (pagina 4) met signalement uitgegeven verspreid door het Basiscommando Batavia-I.V.G.. Betreft een signalement van J. Prinsen [betreft Johan Cornelis (Jan/Poncke) Princen], met fysieke kenmerken en informatie omtrent zijn desertie uit het Nederlandse leger. Aan de achterzijde zit een foto van Princen bevestigd. Batavia, dd.11-11-1949. -Albumblad (pagina 5) met 4 portretfoto’s van een Duitse militair, en bijgevoegd een bijbehorend signalement verspreid door het Basiscommando Batavia-I.V.G.. Betreft een signalement van Marten Segedi: gedeserteerde militair uit het Franse vreemdelingenlegioen die zich had aangesloten bij TNI. Op het signalement staan fysieke kenmerken aangevuld met informatie over zijn aanwezigheid in Indonesië. -Albumblad (pagina 19) met 2 fotoafbeeldingen (waarvan 1 reproductie) met bijschrift van Indonesiërs die worden ingeënt. Op de foto ontbloot een man zijn rechterarm. In het bijschrift schrijft Bijlstra dat het om een medewerker van het Nederlandse leger ging. -Albumblad (pagina 32) met fotoreproductie met afgebeeld Jan Bijlstra in de openlucht bij een nederzetting. Volgens het bijschrift is de foto gemaakt begin september 1948 in Simpangdago, toen Bijlstra opdracht had gekregen om 2 wachtposten in te richten. -Albumblad (pagina 54) met fotoreproductie van een voorlichtingsbijeenkomst in de omgeving van Simpangdago voor de Indonesische bevolking. Volgens het bijschrift waren de bijeenkomsten bedoeld om voorlichting te geven over verdere politieke ontwikkelingen, maar werden deze tevens aangewend voor het geven intimiderend bedoelde wapendemonstraties. -Albumblad (pagina 55) met 2 fotoreproducties: de bovenste met afbeelding van een heuvelrug van waar het peloton van Bijlstra werd beschoten. Achter de heuvels lag een nederzetting waar de tegenpartij onderdak had. Op de onderste foto staan 4 Nederlandse militairen van Bijlstra’s peloton poserend bij deze nederzetting die door een actie van het peloton in brand staat. -Albumblad met fotokopie van een krantenartikel uit de “Gelderlander”, ‘Door een krokodil aangevallen’, met het verhaal over de reddingsactie van Bijlstra waarvoor hij de bronzen Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon kreeg. -Tussenblad met het bij de bronzen Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon horende uittreksel van de toekenning van koningin Juliana. Soestdijk, dd. 24-10-1949. -Tussenblad (voorafgaand aan pagina 61) met fotoreproductie van de uitreiking van het Ereteken voor Orde en Vrede aan militairen in Soekaboemi [Sukabumi]. Op de foto staan 3 militairen in de buitenlucht op een rij in gelid. Rechts staat Jan Bijlstra. -Albumblad (pagina 61) met de bij het Ereteken voor Orde en Vrede behorende oorkonde. -Albumblad (pagina 65) met fotoreproductie van het kampement in Tjibadak. -Albumblad (pagina 73) met 4 fotoafbeeldingen (waarvan 1 reproductie). Daarvan 1 foto van de festiviteiten ter gelegenheid van de (her)opening van de Tjikaso rubberonderneming. -Albumblad (pagina 84) met 2 fotoafbeeldingen. Betreft 1 portretafbeelding van Bijlstra in Tjibadak, dd. 13-8-1949. En 1 fotoafbeelding met gedeeltelijk zichtbaar de verwoeste theefabriek “Goalpara” [Soekaboemi]. In het bijschrift schijft Bijlstra over de theefabriek, en de overplaatsing van hem en zijn vriend Gerrit van Duyn naar het Indonesische bataljon Pasoendan III eind juli 1949. II. Fotoalbum [101 pagina’s]: bevat (niet geheel chronologisch) circa 150 fotoafbeeldingen (deels reproducties) van Jan Bijlstra zijn diensttijd in Indonesië, en (kleurenkopieën van) militaire stafkaarten met notities. Betreft onder andere: -Albumbladen (pagina’s 37 - 41) met opgeschreven herinneringen inzake een arrestatie door de militaire politie van een korporaal in december 1949 vanwege betrokkenheid bij een aanslag, en een fragment van een gefotokopieerde stafkaart met daarop notities van Bijlstra. -Albumbladen (pagina’s 42 - 43) met beschrijving van Bijlstra over de omsingeling en gevangenneming van gewapende TNI-militairen, met op pagina 43 een fragment van een gekopieerde stafkaart met daarop notities van Bijlstra. -Albumblad (pagina 60) met beschrijving over de uitreiking van de bronzen Erepenning voor Menslievendheid en Hulpbetoon. -Albumblad (pagina’s 66 - 68) met beschrijving en situatietekeningen van Bijlstra over een gewapende confrontatie tussen een Nederlands militair konvooi en TNI. Betrof een konvooi dat in februari 1950 richting Batavia [Jakarta] reed, waarover Bijlstra schrijft dat het werd aangevallen. -Albumblad (pagina 69) met foto van de thuiskomst van Jan Bijlstra op 8 april 1950 in Doetinchem. Bijlstra gezien op de rug, met op de achtergrond een autobus die hem zojuist heeft afgezet. In het bijschrift schrijft Bijlstra over de terugreis naar Nederland en de gang van zaken na aankomst. -Albumbladen (pagina’s 70 - 88) met diverse foto’s (circa 90, deels reproducties), en een tweetal ingeplakte stafkaarten. Jan Bijlstra was een uit Gelderland afkomstige scholier/student die in 1943 de HBS in Arnhem afrondde. Na zijn eindexamen ging hij studeren aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool in Deventer; een keus die te maken had met de vrijstelling van tewerkstelling die de studenten - als toekomstig producenten van voedsel - kregen. Op enig moment werd Bijlstra echter toch opgeroepen waarop hij onderdook in het gebied de Imbos (Veluwe). Daar was hij verzetsactief (onbekend in welke hoedanigheid maar betrof vermoedelijk pilotenhulp). Na de oorlog werd Bijlstra als dienstplichtig militair naar Indonesië gestuurd. Op 16 april 1948 vertrok hij uit Rotterdam aan boord van het troepentransportschip “S.S. Waterman”. Na aankomst werd hij ingedeeld bij het 3e Bataljon Garderegiment Grenadiers in Buitenzorg [Bogor] op West-Java. In september dat jaar kreeg Bijlstra de opdracht om als pelotonscommandant twee wachtposten in te richten in de nederzettingen Simpangdago en Tjiniti. In dit gebied gaf hij op 28 december 1948 leiding aan een patrouille die per kano de rivier Tjikaso overstak. Door een krokodillenaanval sloeg één van de kano’s om. Een militair, grenadier B. Krol, die door verlamming niet zelf naar de kant kon zwemmen werd door Bijlstra gered. Voor deze redding ontving hij in oktober 1949 de bronzen Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon. In januari 1949 vertrok Bijlstra met het peloton; eerst naar het terrein van de rubberonderneming Tjikaso, en na enkele weken naar Soekaboemi [Sukabumi]. Nadat in Tjibadak 8 man van een ander Nederlands peloton in een hinderlaag was gelopen nam het peloton van Bijlstra dit patrouillegebied over. Op 5 augustus 1949 werd Bijlstra overgeplaatst naar het Indonesische bataljon Pasoendan III, waar hij zou blijven tot zijn repatriëring. Jan Bijlstra vertrok in maart 1950 uit Indonesië aan boord van het Noorse schip “M.S. Goya”, en arriveerde op 8 april in de haven van Rotterdam.