Luger, nr.

Luger, nr. 2106 Het wapen is naar verluidt door de verzetsman Henricus Lambertus Moojen (1919-1990) afgenomen van een Duitse soldaat. Bij het wapen zit een zwart lederen holster met daarin een groen koord en een houten geweerkolf waarop de Luger bevestigd kan worden. Zie ook VMA 20018 voor een door Moojen afgenomen bajonet. Henricus Lambertus Moojen was in de voor- en oorlogsjaren woonachtig op de Amstellaan [na de oorlog Churchilllaan] 121-III, in Amsterdam. Moojen studeerde in 1940 af aan de MTS voor bouwkunde, en was gedurende de oorlogsjaren in dienst van de Nederlandse Spoorwegen (NS) vermoedelijk als landmeetkundige. Tijdens de oorlogsjaren nam Moojen (onbekend in welke hoedanigheid) deel aan het gewapend verzet. Bekend is dat Moojen betrokken was bij liquidaties op leden van de SS, en dat hij in de woning aan de Amstellaan een bergplaats had waar hij verschillende wapens, waaronder meerdere handvuurwapens van het Duitse type Luger, en munitie verborg. Moojen nam van september 1944 tot mei 1945 deel aan de spoorwegstaking. Hiervoor ontving hij na de bevrijding een gedenkpenning.