Scheermesje van harmanus Valenkamp (Amsterdam, 4 januari 1911 – Amsterdam, 20 juli 1987).
Scheermesje van harmanus Valenkamp (Amsterdam, 4 januari 1911 – Amsterdam, 20 juli 1987). Verzetsdeelnemer. -Scheermesje. Betreft een doormidden gebroken metalen blad, van een oorspronkelijk dubbelzijdig scheermesje. Op het blad is het word “Blau” zichtbaar. Het mesje was in bezit van Harmanus Valenkamp tijdens zijn gevangenschap in Amsterdam, na zijn arrestatie op 23 april 1943. Het echtpaar Harmanus Valenkamp en Elisabeth Geertruida Valenkamp - Klaassen, was sinds 1937 woonachtig in de Orteliusstraat 4 te Amsterdam. Harmanus Valenkamp was als kantoormedewerker werkzaam bij AEG (Allgemeine Elektricitäts-Gesellschaft). Tijdens de bezetting was het echtpaar actief binnen het communistisch verzet, en betrokken bij een verzetsgroep rondom Daniël (Daan) Goulooze. In 1943 bood het echtpaar onderdak aan een onderduiker ‘Piet’ (waarschijnlijk een leidinggevend persoon binnen het communistische verzet). Op 23 april 1943 deed de Sicherheitsdienst een inval in de woning van het echtpaar. Piet wist te ontkomen, maar Elisabeth en haar man werden gearresteerd. Op diezelfde dag werden ook de zus van Elisabeth, Cornelia Pier-Klaassen en haar man Jacobus Johannes Pier gearresteerd, die ook actief waren binnen het communistisch verzet. Op het moment van hun arrestatie boden zij in hun woning in de Pieter van der Doesstraat 58 te Amsterdam onderdak aan de Duitse emigrant Erich Fritz (‘Alwin’) Gentsch (1893 - 1944) (schuilnamen ‘Alwin’ en ‘Tom de Jager’), en diens vrouw Erna Gentsch-Kuhn (1893 - 1945) (schuilnaam ‘Antje’). Na de arrestatie van Harmanus en Elisabeth werd hun zoon Coenraad ondergebracht bij een tante van vaders kant. Elisabeth werd op 24 april gevangengezet in de gevangenis van Scheveningen (‘Oranjehotel’). Harmanus zat op 6 juni in de gevangenis in Amsterdam. Op 19 augustus werd Elisabeth naar concentratiekamp Vught gestuurd, waar ook Harmanus terechtkwam. Beide echtelieden kwamen elkaar in Vught tegen. In november werd Elisabeth teruggestuurd naar de gevangenis in Scheveningen, van waaruit ze in december naar Utrecht [gevangenis] werd gestuurd. Daarna op transport naar Duitsland, waar ze via meerdere locaties, waaronder Kleef en Düsseldorf, op 5 juni 1944 in de gevangenis in of nabij Hamm terechtkwam, samen met haar zus Cornelia Pier-Klaassen. In Hamm werden ze tewerkgesteld om kleren van mannelijke medegevangenen te herstellen. Ook maakten ze kleine spulletjes, zoals een miniatuur pantoffel (Elisabeth) en een clowntje (Cornelia), die men onder elkaar als cadeautje uitwisselden. Na de gevangenschap in Hamm werd Elisabeth Geertruida Valenkamp eind januari 1945 naar Herne verplaatst, van waaruit ze te voet naar Dortmund gingen. Op 9 april 1945 werd ze bevrijd door de Amerikanen, en keerde op 14 april 1945 terug in Nederland. Het echtpaar Harmanus Valenkamp en Elisabeth Geertruida Valenkamp – Klaassen, en het echtpaar Cornelia Pier-Klaassen en haar man Jacobus Johannes Pier overleefden de oorlog. Zie ook VMA 19600 voor foto's van Harmanus en Elisabeth Valenkamp, en 19601 voor voorwerpen gemaakt door Elisabeth Valenkamp-Klaassen en Cornelia Spier-Klaasen, gemaakt in Vught en Hamm.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 19610
- Cpn
- Gevangenis
- Valenkamp. H.
- Concentratiekamp, Vught
- Amsterdam
- Onderduik
- Valenkamp-Klaassen, E.G.
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer