Metalen benzineblik met een verborgen vervalsingsarchief.

Metalen benzineblik met een verborgen vervalsingsarchief. Afkomstig uit de nalatenschap van Hendrik (Henk) Kamminga. Verzetsdeelnemer. Hendrik kamminga had tijdens de oorlogsjaren een ijzerhandel gevestigd aan de Kometensingel 80 in Amsterdam. Tijdens de bezettingsjaren was Kamminga actief in het verzet. Hij vervalste documenten, waaronder persoonsbewijzen en verschafte samen met zijn echtgenote Maretje Spaans (Broek in Waterland, 18-4-1907) onderdak aan onderduikers. Met betrekking tot het vervalsingswerk stond Kamminga in contact met een gemeentesecretaris uit Oostzaan, Marcelis Charles Beerling (1932-1997), van wie hij blanco persoonsbewijzen kreeg die hij van stempels voorzag. Beerling stond zelf ook in contact Hannie Schaft van wie hij adressen kreeg voor Joodse onderduikers. In 1942 lieten Kamminga en zijn echtgenote de in 1933 uit Duitsland gevluchte Poolse Joodse Isaak Streim (13-5-1899) en zijn Nederlandse echtgenote Sara Streim-Bierman (12-12-1915) in huis aan de Oostzanerdijk onderduiken. Het echtpaar Streim kreeg van Kamminga ook valse (persoons)documenten. Tijdens hun verblijf bij Kamminga kregen Isaak en zijn vrouw op 12 januari 1943 een dochter, Margot. Vanwege het toenemende aantal razzia’s moest er een nieuwe onderduikplek worden gezocht. Kamminga zou op de hoogte zijn geweest van een truc om de pasgeboren Margot zogenaamd als vondeling onder te brengen terwijl de ouders naar een onderduikadres in Overijssel gingen. Zowel het echtpaar Kamminga als het gezin Streim overleefde de oorlog. Door de inzet van Margot Streim werd aan Hendrik Kamminga en zijn vrouw, voor hun hulp aan het gezin Streim, op 24 mei 1979 de Yad Vashem onderscheiding toegekend.