Archief van Alwin Max Stiebner (28 maart 1909 - 16 april 2010). Verzetsdeelnemer.

Archief van Alwin Max Stiebner (28 maart 1909 - 16 april 2010). Verzetsdeelnemer. In 1942 werd Stiebner, destijds monteur bij Monotype, door drukker Frans Duwaer gevraagd om hem te leren omgaan met een machine die Duwaer bij Monotype had gekocht. Daaruit voorkomend vroeg Duwaer Stiebner mee te werken aan het maken van illegaal drukwerk, waaronder De Vrije Katheder en werk voor Vrij Nederland. Omdat het Stiebner vlak voor de oorlog niet was gelukt om zich van Duitser tot Nederlander te laten naturaliseren kreeg hij van Duwaer een vals persoonsbewijs. In juni 1943 ontving Stiebner een oproep om naar Duitsland te komen en dienst te nemen in het leger. Maar tijdens het transport naar Duitsland stapte hij in Utrecht uit en dook onder in Zuilen bij de familie Steenwinkel onder de naam Stijben. Stiebner hield het onderduiken echter niet vol en keerde begin 1944 terug naar Amsterdam. Hij kreeg een nieuw vals PB met de naam Borgman waaronder hij ging werken bij loonzetterij Liberty. Daar kwam hij in contact kwam met de groepen rond Het Parool en Trouw, waarvoor hij zich ging bezighouden met het drukwerk, en de Persoons Bewijzen Centrale (PBC). Voor de PBC regelde Stiebner via zijn contacten de voor het vervalsingswerk benodigde drukletters, en bemachtigde hij de door de staatsdrukkerij uitgegeven boekjes met PB-nummers van door de Duitsers gezochte personen. Om niet in de problemen te komen had Stiebner naast zijn PB met de naam Borgman er ook een met de naam Bogers dat hij gebruikte voor zijn illegale werkzaamheden. Aan het eind van de oorlog had Stiebner dienst genomen bij de BS en was hij lid van het bataljon “Three Castles” dat op 7 mei 1945 betrokken was bij het vuurgevecht met de Duitsers op de Dam in Amsterdam. Vlak na de oorlog werd Stiebner gevraagd om bij de Politieke Opsporingsdienst (POD) te komen werken aangezien hij inmiddels nogal wat mensen kende die aan Duitse zijde hadden gestaan. De collectie bestaat uit persoonlijke bezittingen en documenten, waaronder een groot aantal legitimatiebewijzen en verklaringen betreffende Stiebners verzetswerk. De collectie heeft hoofdzakelijk betrekking op zowel de periode tussen 1940-1945 alsook de naoorlogse periode.