Feestjurkje, met rood-wit-blauwe-oranje stroken en op bovenstuk het wapen van Amsterdam.

Feestjurkje, met rood-wit-blauwe-oranje stroken en op bovenstuk het wapen van Amsterdam. Daarbij een oranje schortje. Het jurkje was van Johanna ('Anny') van Alten (1939), ten tijde van de Bevrijding vijf jaar oud en woonachtig in Amsterdam op de Amstelveenseweg in de buurt van het stadionplein. Haar moeder had voor haar en haar zus bevriidingsjurkjes gemaakt die ze droegen bij de vele optochten in die dagen, o.a. met school en met de gymnastiekvereniging. ‘Er was een enorme vlaggenzee, dat heeft grote indruk op me gemaakt.’ Het jurkje is daarna nooit meer gedragen. ‘Ik heb het later een dochter van me nog eens proberen aan te doen, maar het paste niet. Die was zelfs met drie jaar al dikker dan ik als vijfjarige na de Hongerwinter was’. Het gezin Van Alten leed honger en daarom werden Anny en haar zus zoals veel Amsterdamse kinderen naar families op het platteland gestuurd om aan te sterken. Anny en haar zus vertrokken met de boot vanaf het Centraal Station en kwamen in Broek op Langedijk terecht (‘onze moeder wist niet waar we zouden belanden, dat hoorde ze pas weken later per brief’). Anny kwam na enkele weken terug want ‘ik stierf van de heimwee’. ‘Als ik nu in de buurt van Broek op Langedijk kom, krijg ik nog steeds een rotgevoel’. Anny's sterkste oorlogsherinneringen draaien om eten: de eerste keer een biscuitje en de eerste keer wat wittenbrood eten.