Schilderij, marmoleum, olieverf, met de toegevoegde titel 'Stilleven met bloeiende plant'.
Schilderij, marmoleum, olieverf, met de toegevoegde titel 'Stilleven met bloeiende plant'. Op de hoek van de tafel met donkerblauw kleed staat een begonia in een aardewerk pot tegen een creme-kleurige achtergrond. Van de hand van Eva Geiringer, die dit doek in 1943 in Soestdijk schilderde, waar haar vader en broer zaten ondergedoken en de tijd verdreven met het maken van schilderijen. Dertig schilderijen, soms op theedoeken geschilderd, zijn na de oorlog onder een vloer oningelijst teruggevonden door Eva en haar moeder. Eva Geiringer (Wenen, 11 mei 1929) was van medio 1942 tot mei 1944 met haar moeder ondergedoken in Amsterdam en bezocht van tijd tot tijd samen met haar moeder Elfriede ('Fritzi') haar vader en broer in Soestdijk. Erich Geiringer (Wenen, 11 november 1901 – Mauthausen, 7 maart 1945) was een succesvolle Joodse zakenman die in 1938 vanwege het toenemende antisemitisme in Oostenrijk met zijn vrouw Elfriede ('Fritzi') en kinderen Eva en Heinz emigreerde. Geiringer trok naar Nederland, waar hij vennoot werd van een Brabantse schoenenfabriek, zijn gezin verbleef aanvankelijk in Brussel. Na het uitbreken van de oorlog wilde Geiringer zijn vrouw en kinderen naar Nederland halen. Dat lukte in februari 1940, het gezin kwam in Amsterdam op het Merwedeplein 46-I te wonen. In juli 1942, kort nadat Heinz een oproep kreeg om zich te melden voor tewerkstelling in Duitsland, dook het gezin onder. Fritzi en Eva kwamen op een adres in Amsterdam-Zuid, Erich en Heinz bij het echtpaar Katee-Walda in Soestdijk, aan de Noorderweg 11. Erich en Heinz gingen schilderen en maakten ook gedichten. Omdat hun onderduikgeefster Katee steeds meer geld ging vragen, moesten Erich en Heinz na circa twee jaar op zoek naar een ander onderduikadres. In Amsterdam werden ze ondergebracht op het adres Kerkstraat 225-II, maar vielen ze in de handen van een groep verraders bestaande uit Branca Simons, Miep Braams en Wim Houthuys, die hen vrijwel direct aan de SD uitleverde. Houthuys verraadde ook Fritzi en Eva, die op 16 mei 1944 worden gearresteerd. Hij was achter hun onderduikadres aan de Jacob Obrechtstraat 79B gekomen door ze te volgen nadat ze Erich en Heinz hadden opgezocht. Vanuit Kamp Westerbork werd het gezin op 19 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Fritzi en Eva overleefden en keerden via de Sovjet-Unie terug naar Nederland, Erich en Heinz zijn op het eind van de oorlog omgekomen in (de buurt van) Mauthausen.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- Schilderijen
- 16024
- Vluchtelingen/Emigranten
- Soestdijk
- Onderduik
- Geiringer, Erich
- Jodenvervolging
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
