Interview 04, herinneringen aan mijn Amsterdamse zusje of broertje
Bets Küppers is de jongste van het gezin dat bestond uit vader en moeder en vijf dochters dat in Swolgen woonde. Ze heeft tijdens de oorlog altijd in de veronderstelling geleefd dat Thomas Stein, zoals de joodse jongen heet, een neef uit Badhoevedorp was. Zijn schuilnaam was: Tom de Groot. De 12-jarige jongen ging niet naar school en werkte op het land bij de familie en voerde met de dochters het vee. Hij bad voor het eten mee en speelde met de dochters zoals alle jongens en meisjes in die tijd speelden. Tijdens razzia’s dook hij lange tijd onder in een schuilkelder in een bos. Toen op het einde van de oorlog de familie Litjens inkwartiering kreeg van Duitsers hebben de Duitsers geen aandacht aan hem geschonken. Of, zoals Bets Küppers nu zegt: "De commandant was een goede Duitser. Volgens mij wist hij het, maar deed hij niets. Er waren ook goede Duitsers”. Na de oorlog wilde Tom vaker op vakantie komen in Swolgen maar dat werd door de pastoor verboden. Stel je voor dat een van de katholieke dochters verliefd zou worden op de knappe joodse Tom. Ondanks dat verbod zijn die contacten gebleven en heeft hij de Yad Vashem onderscheiding aangevraagd voor de ouders Lambertus en Anna Litjens. Deze is posthuum uitgereikt op 8 november 2005.
- LGOG Maastricht ©, Marijn Poels Films
- Herinneringen aan mijn Amsterdamse zusje of broertje
- Video
- Thomas Stein
- postuum
- Schuilkelder
- verbod
- pastoor
- dochters
- Swolgen
- Yad Vashem
- een goede Duitser
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer