Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Verantwoording inventarisatie : De looptijd van het archief van waterschap De Beneden Aa bestrijkt de periode 1863 (voorbereiding door een commissie van oprichting) tot en met 1952 (het jaar van opheffing). Bij het provinciaal besluit tot opheffing van het waterschap (Provinciaal Blad 1952 nr. 41) werd bepaald dat het archief werd zou worden overgebracht naar het Provinciaal Archief van Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch. Dit tegen de wil van waterschap het Stroomgebied van de Aa, die daar tegen protesteerde. Toen in 1954 een bundel archiefstukken van waterschap De Beneden Aa bij het waterschap terecht kwam, hield de griffier zich toch netjes aan het provinciaal besluit van 1952 en stuurde de stukken netjes naar de griffie . Ruimtegebrek in de eigen bewaarplaats deed de provincie in 1958 besluiten het waterschapsarchief tesamen met de archieven van de opgeheven waterschappen de Bleeken, de Kleine Wetering en de Polder van Berlicum in gebruik te geven aan waterschap Het Stroomgebied van de Aa. In 1958 werd het archief door de provincie in gebruik gegeven aan waterschap Het Stroomgebied van de Aa . Voor deze constructie werd gekozen omdat er anders een nieuw Statenbesluit zou moeten worden genomen. In 1982 trad waterschap De Aa toe tot het Streekarchivariaat Langs Aa en Dommel te Veghel. Beheerswerkzaamheden werden ter plaatse in het waterschapshuis uitgevoerd. De formele overbrenging van de oude waterschapsarchieven werd pas geregeld bij de verhuizing van waterschap De Aa van de Postelstraat in ’s-Hertogenbosch naar het waterschapshuis van waterschap De Dommel in Boxtel per 1 januari 1998. Met het oog op de fusie per 1 januari 2004 met waterschap De Maaskant tot het nieuwe waterschap ‘Aa en Maas’ te ‘s-Hertogenbosch, werd bij besluit van het dagelijks bestuur van waterschap De Aa van 27 augustus 2003 dit archief fysiek overgebracht naar de centrale archiefbewaarplaats van het Streekarchief Langs Aa en Dommel en Rijksarchief in Noord-Brabant in de Citadel te ’s-Hertogenbosch. Vóór en na de bewerking bedroeg de omvang van het archief ca 2 meter. Het archief werd thuis bewaard door de secretaris-penningmeester en overgedragen aan een volgende functionaris. Het is heel waarschijnlijk dat hierdoor bescheiden verloren zijn gegaan. Het archief was niet eerder geïnventariseerd. Naast series werden niet-geagendeerde losse stukken aangetroffen. Deze zijn op functies en taken geordend. Als leidraad voor de opschoning van het archief werd de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van de organen van waterschappen dagtekenende van ná 1850, vastgesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Verkeer en Waterstaat op 16 juli 1984. Als inventarisatiemodel voor de te bewaren archivalia werden elementen gebruikt uit basisschema’s voor de inventarisatie van polderarchieven, ontworpen door de Provinciale Archiefinspectie in Zuid-Holland in 1981 (Noot 8). Brabants Historisch Informatie Centrum Voorzitters Mr. N.F.C.J. Sassen, advocaat te ’s-Hertogenbosch en lid Eerste Kamer , 1864-1867 Mr. H.F. M. van Lanschot , advocaat te ‘s-Hertogenbosch, herkozen in 1879-1884 G.L.H. van Lanschot te ’s-Hertogenbosch, 1884-1907 Jhr. M.A. Snoeck te Hintham, 1907-1911 K. van Lanschot te ’s-Hertogenbosch, 1911-1945 J. M. E. van Lanschot , bankier te ’s-Hertogenbosch, 1946-1952 Bestuursleden L. Godschalx, burgemeester te Berlicum, 1864- (voorlopig) W. van Beek, wethouder van de gemeente Rosmalen, 1864- (voorlopig) C. Tilman, koopman te ’s-Hertogenbosch, 1864- (voorlopig) Jhr. M.A. Snoeck te Hintham, 1876- 1907 H. van de Westelaken te Den Dungen, 1879-1896 A. Meulenbroek te Den Dungen, 1896-1903 A. Smits te Den Dungen, 1903-1928 M.A. van Gestel te Hintham, 1907-1917 H. van Pinksteren, 1917-1921 A.van de Zandt te Hintham, 1922-1944 H.A. Smits te Den Dungen., 1928-1952 Th. van Pinksteren te Hintham, 1944-1951 J. Dielissen te Rosmalen, 1951-1952 Secretarissen-penningmeesters H. van de Westelaken, burgemeester te Den Dungen, 1864-1867 G.J. van Beek te Rosmalen, 1867-1882 L.G.P. Max te ‘s-Hertogenbosch, 1882-1903 A. Meulenbroek te Den Dungen, 1903-1918 Th.W. Roeffen te ‘s-Hertogenbosch, 1919-1952 Hoofdwaterleidingen en toponiemen Het waterschap De Beneden Aa had bij de opheffing ongeveer 5360 meter waterleidingen in beheer. Hoofdwaterleidingen: Beneden Aa, de Wambergse Beek en de Ingelandse Stroom, bermsloot (vanaf het Brandsdijkje, langs de kanaaldijk tot aan de Beneden Aa) met zijtak, Kaden van de Beneden Aa en de kade langs de zuidzijde van de Ingelandse Stroom tussen de Aa en de Wambergse Beek vielen onder beheer van het waterschap. Ook een stenen duiker in de bermsloot en uitwaterende sluizen op de Beneden Aa werd onder ’s-Hertogenbosch waren bij het waterschap in onderhoud (Noot 5). Aanwijzingen voor de gebruiker : Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 5193 Waterschap De Beneden Aa , inv.nr. ... (verkort): BHIC, 5193 Waterschap De Beneden Aa , inv.nr. ... Toponiemen: Brandsdijkje, Hasseltsestraat te Berlicum, Boterweg, Hinthamerstraatweg en Graafseweg te ’s-Hertogenbosch en Hintham, landerijen genaamd Hoogveld (de helft is onbelastbaar), Vaartgraaf. Militaire zwemkom in de Beneden Aa te ’s-Hertogenbosch, herberg 'den Bult' en herberg 'den Boterweg'. Historisch overzicht : Oprichting en opheffing Waterschap de Beneden Aa is opgericht bij besluit van Provinciale Staten van 7 juli 1864 (Provinciaal Blad 1864 nr. 9) Het waterschap is gelegen onder de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Den Dungen, Rosmalen en Berlicum (Noot 1). In het zuid-westen wordt het gebied begrensd door de vestinggracht langs de vestingwerken van ’s-Hertogenbosch tot aan de rijksweg van ’s-Hertogenbosch naar Rosmalen. Ten westen door de rijksweg van ’s-Hertogenbosch naar Rosmalen (via herberg 'den Bult' langs de binnenweg tot herberg 'den Boterweg'). Ten noorden door het Boterpad (Hinthamer Steenweg) tot aan de Ingelandse brug. Ten oosten door de Ingelandse Stroom tot het midden van de Hasseltse straat. Ten zuidoosten gedeeltelijk door de Hasseltse straat tot de Beusingse brug en gedeeltelijk door de Schellestraat te Den Dungen tot de noorderdijk van de Zuid-Willemsvaart. Ten zuiden gedeeltelijk door het Brandsdijkje tot de Schellestraat en gedeeltelijk door de noorderdijk van de Zuid-Willemsvaart tot de vestinggracht van ’s-Hertogenbosch. Volgens het gewijzigd bijzonder reglement van 3 juli 1906 (Provinciaal Blad 1906 nr. 21) heeft het waterschap een grootte van 360.06.88 hectaren (Noot 2). Bij de opheffing had het waterschap een belastbare grootte van 331.57.86 hectaren. Noten: 1. Archief waterschap de Beneden-Aa, 1863-1952, inventarisnummer 4. 2. Archief waterschap de Beneden-Aa, 1863-1952, inventarisnummer 6. 3. Archief waterschap de Beneden-Aa, 1863-1952, inventarisnummer 4. 4. Archief waterschap De Beneden Aa, 1863-1952, inventarisnrs. inv.nr. 226 en 284 5. Archief waterschap De Beneden Aa, toegangsnr. 5193, inventarisnrs. 4, 290 en 297. 6. Archief waterschap De Aa, 1922-1955, toegangsnr. 5197, inventarisnr. 399 7. Archief waterschap De Aa, 1956-1989, inventarisnr. 593. 8. Gepubliceerd in het kader van een studiedag over waterschapsarchieven in Archievenblad 1983, pag. 359-363. Bibliotheek Rijksarchief N-B/Streekarchief Langs Aa en Dommel, toegangsnr. 1142, inventarisnr. T5.1983 In oktober 1949 richtte een aantal ingelanden een verzoek aan Gedeputeerde Staten om het waterschap op te heffen. Als reden gaven zij aan dat de dubbele waterschapslasten (mede voor waterschap Het Stroomgebied van De Aa) te zwaar waren en de bestuurskosten onevenredig hoog. Als oplossing zagen zij samenvoeging met het grote waterschap Het Stroomgebied van de Aa aan, waardoor op bestuurskosten kon worden bezuinigd. Het waterschapsbestuur stond op het standpunt dat opheffing van waterschap De Beneden Aa niet gewenst was ‘overgroote centralisatie – een zucht bij onze bezetters – is veelal moordend voor de behartiging van een tal van kleine belangen (Noot 3). Door overname van het onderhoud van de waterleidingen en kunstwerken door de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Den Dungen, Rosmalen en Berlicum, werd bij besluit van het provinciale staten van 29 januari 1952 (Provinciaal Blad 1952 nr. 41) waterschap De Beneden Aa per 1 juli 1952 opgeheven. De rechten en plichten werden overgenomen door waterschap Het Stroomgebied van de Aa. Bestuur en functionarissen (Noot 4) Het bestuur van het waterschap bestaat uit drie leden, waarvan een lid door de stemgerechtigde ingelanden tot voorzitter wordt gekozen. Ook benoembaar zijn ingelanden, die niet stemgerechtigd zijn en zon of schoonzonen van stemgerechtigde ingelanden. Het bestuur wordt bijgestaan door een secretaris-penningmeester. De vergaderingen van stemgerechtigde ingelanden worden gehouden te ’s-Hertogenbosch.

Collectie
  • Archieven BHIC
Type
  • Archief
Identificatienummer van Brabants Historisch Informatie Centrum
  • 5193
Trefwoorden
  • Verkeer en Waterstaat
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards