Aanwijzingen voor de gebruiker : Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 5190 Polder van Berlicum , inv.nr. ... (verkort): BHIC, 5190 Polder van Berlicum , inv.nr. ... Secretarissen-penningmeesters J.A. Ramaer, 1848-1853 secretaris-penningmeester M. Zijnen de Gier, 1853-1862 secretaris-penningmeester M. Zijnen de Gier, 1862-1873 secretaris M.A. Wollaert, 1862-1873 penningmeester M.A. Wollaert, 1873-1881 secretaris-penningmeester A.H. Smits, 1881- 1888 secretaris M.A. Wollaert, 1881- 1888 penningmeester Hoofdwaterleidingen en toponiemen Het waterschap had (sinds de uitbreiding in 1926) waterleidingen (5000 meter) met kunstwerken (150), de Weteringswal (5400 meter) en de zomerdijk (3000 meter) in eigendom, beheer en onderhoud. Waterleidingen: Opgraaf; Wambergse Beek met zijtakken (o.a. ‘Donau’) en Run (vanaf de rivier De Aa tot in het Westerbroek) Toponiemen: Achterstraat, Beekveld, Runkampen, Laar, Loofaard, Werst, Heikant, Koolhof, Ven, Start, Kaathoven, de Tip, Koesteeg, Nieuwe Weg, Spartelgat, Westerbroek, Zandstraat, Wertse dijk, Middelrodese dijk, Heeswijkse dijk. Het archief : Verantwoording inventarisatie De looptijd van het archief van waterschap De Polder van Berlicum bestrijkt de periode 1847 (het jaar van oprichting) tot en met 1952 (het jaar van opheffing). Bij het provinciaal besluit tot opheffing van het waterschap (Provinciaal Blad 1952 nr. 41) werd bepaald dat het archief werd zou worden overgebracht naar het Provinciaal Archief van Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch. Dit tegen de wil van waterschap het Stroomgebied van de Aa (Noot 4), die daar tegen protesteerde. Ruimtegebrek in de eigen bewaarplaats deed de provincie in 1958 besluiten het waterschapsarchief tesamen met de archieven van de opgeheven waterschappen De Beneden Aa, de Bleeken, de Kleine Wetering in gebruik te geven aan waterschap Het Stroomgebied van de Aa . Voor deze constructie werd gekozen omdat er anders een nieuw Statenbesluit zou moeten worden genomen. In 1982 trad waterschap De Aa toe tot het Streekarchivariaat Langs Aa en Dommel te Veghel. Beheerswerkzaamheden werden ter plaatse in het waterschapshuis uitgevoerd. De formele overbrenging van de oude waterschapsarchieven werd pas geregeld bij de verhuizing van waterschap De Aa van de Postelstraat in ’s-Hertogenbosch naar het waterschapshuis van waterschap De Dommel in Boxtel per 1 januari 1998. Bestuur en functionarissen (Noot 3) Het bestuur van de polder bestaat uit vier leden: drie dijk- en poldermeesters en één lid die door de ingelanden tot voorzitter wordt gekozen. Tot lid van het bestuur kunnen niet-stemgerechtigde zonen of schoonzonenen van ingelanden en huurders of gebruikers van landerijen in de polder gekozen worden. De functies van secretaris en penningmeester werden apart of gecombineerd uitgeoefend. De voorzitter en de dijk- en poldermeesters zijn belast met het beheer van en toezicht op de polder, dijken, sluizen, schuttingen, dammen en andere kunstwerken. Zij zorgen ook voor de aanwezigheid van materialen tot wering van de schade als gevolg van hoge waterstand en dijkdoorbraak. Voorzitters J.L. van Hedel, 1848-1851 L. Godschalx, 1851-1862 Chr. Godschalx, 1862-1877 H.Chr. Godschalx,1877-1906 J.M.C. Godschalx, 1906-1946 G. Wijgergangs, 1946-1952 Bestuursleden A. van der Zande, 1848-1852 J. Wijgergangs, 1848-1855 A.A. van den Boom, 1848-1850 Chr. Godschalx, 1851-1862 L. Spierings, 1852-1857 A.P. Smulders, 1855-1877 J.J. van Hedel, 1857-1888 A.A. van den Boom, 1862-1873 L. van Doorn Mzn, 1873 –1899 A.J. Zijnen de Gier, 1877-1886 M. van der Rijdt, 1886-1905 J.C. van Heeswijk, 1888- 1906 J. van Hedel Lzn., 1899-1943 H. Smulders Adrzn., 1906 -1912 W.M. van Beek, 1906-1912 A. van der Pas, 1912- 1933 J. Wijgergangs, 1912-1935 A.C. van der Pas Mzn., 1933-1952 G. Wijgergangs, 1935-1946 Jhr. Mr. R.A. van Rijckevorsel, 1943- 1952 G. van Helvoirt, 1947-1951 L. van Helvoirt, 1951-1952 Met het oog op de fusie per 1 januari 2004 met waterschap De Maaskant tot het nieuwe waterschap 'Aa en Maas' te ‘s-Hertogenbosch, werd bij besluit van het dagelijks bestuur van waterschap De Aa van 27 augustus 2003 dit archief fysiek overgebracht naar de centrale archiefbewaarplaats van het Streekarchief Langs Aa en Dommel en Rijksarchief in Noord-Brabant in de Citadel te ’s-Hertogenbosch. Vóór de bewerking bedroeg de omvang van het archief 4 meter, waarvan 2 meter in het gemeentehuis van Berlicum stond en was opgenomen bij de inventaris van het gemeentearchief van Berlicum (Noot 5). Na integratie, opschoning en inventarisatie bedraagt de omvang 3 meter. Het waterschapsarchief werd thuis bewaard door de secretaris-penningmeester en overgedragen aan een volgende functionaris. Het is heel waarschijnlijk dat hierdoor bescheiden verloren zijn gegaan. Eerdere ontsluiting van het archief door middel van een beschrijvende inventaris heeft niet plaatsgevonden. Naast series werden niet-geagendeerde losse stukken aangetroffen. Deze zijn op functies en taken geordend. Als leidraad voor de opschoning van het archief werd de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van de organen van waterschappen dagtekenende van ná 1850, vastgesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Verkeer en Waterstaat op 16 juli 1984. Als inventarisatiemodel voor de te bewaren archivalia werden elementen gebruikt uit basisschema’s voor de inventarisatie van polderarchieven uit 1981, ontworpen door de Provinciale Archiefinspectie in Zuid-Holland in 1981 en gepubliceerd in het kader van een studiedag over waterschapsarchieven in 'Archievenblad' van 1983, pag. 359-363 (Noot 6) ’. De inventaris is ook raadpleegbaar op internet. Brabants Historisch Informatie Centrum Noten 1. Archief waterschap De Polder van Berlicum, inventarisnr. 1. 2. Archief waterschap De Aa, 1922-1955, toegangsnr. 5197, inventarisnr. 40-42. 3. Archief waterschap De Polder van Berlicum, toegangsnr. 5190, inventarisnrs. 1-4 en 9. 4. Archief waterschap De Aa, 1956-1989, toegangsnr. 5198, inventarisnr. 593. 5. Opgenomen als gedeponeerd archief met inventarisnummers 1990-2086 in: J. Mikkers, Inventaris van het gemeentearchief van Berlicum, 1811-1933, pag. 95-96.Streekarchivariaat Langs Aa en Dommel, 1983 (toegangsnr. 1142, catalogusnr. Ig120) 6. Bibliotheek Rijksarchief /Streekarchief Langs Aa en Dommel, toegangsnr. 1142, inventarisnr. T5.1983 Historisch overzicht : Oprichting en opheffing Het ingedijkte gedeelte van Berlicum en Rosmalen is bij Koninklijk Besluit van 25 december 1847 nr. 76 tot Polder van Berlicum verklaard (Noot 1) . Eigenaars van vier bunders grond of meer waren stemgerechtigd. De omvang van de polder bedroeg in totaal 962 bunders, 26 roeden en 48 ellen, waarvan te Berlicum 943 bunders en te Rosmalen 18 bunders. In 1926 werd het waterschap met 350 hectaren uitgebreid. Volgens het gewijzigd bijzonder reglement van 1927 had het waterschap een belastbare grootte van 1612 hectaren. In 1932 werden er al door het merendeel der ingelanden pogingen ondernomen om het waterschap op te heffen. Drie aanslagen waterschapslasten - van de eigen Polder van Berlicum, van waterschap Het Stroomgebied van de Aa en Noord-Oostelijk Noord-Brabant) - drukten samen met de tiendrechten op de gronden financieel zwaar op hun schouders. In de ogen van de meeste ingelanden had het doel van oprichting van het waterschap halverwege de 19e eeuw - bescherming tegen overstromingen van de Maas –door de verlegging van de Maasmond zijn betekenis verloren. En de verbetering van de wateroverlast door de rivier de Aa, de Grote en Kleine Wetering, Wambergse Beek en de Leigraaf werd voldoende gewaarborgd door de grootscheepse verbeteringsplannen van haar grote broer, waterschap Het Stroomgebied van de Aa. Voor alleen onderhoudstaken hoefde geen kostbaar waterschapsbestuur in stand gehouden te worden. Uiteindelijk werd het waterschap De Polder van Berlicum bij besluit van Provinciale Staten van 29 januari 1952 (Provinciaal Blad 1952 nr. 41) per 1 juli 1952 opgeheven (Noot 2) . De waterleidingen en kunstwerken van het waterschap werden overgenomen door de gemeenten Berlicum en Rosmalen. Alleen de waterleiding ‘Opgraaf’ met kunstwerken, overige eigendommen, rechten, schulden, lasten en verplichtingen werden overgenomen door waterschap Het Stroomgebied van de Aa.
- Archieven BHIC
- Archief
- 5190
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer