D. Honig:
Auteur was administrateur van de tabaks- en vezelonderneming Kebon Aroem van de Klatense Cultuurmaatschappij. De Japanners droegen hem de taak op van superintendent voor de Vorstenlandse ondernemingen waarbij hij moest laveren tussen de eisen van de Japanners, de problemen met de inlandse bevolking en de plicht tot het ondersteunen van de gezinnen van krijgsgevangen planters. Zijn vrouw organiseerde de armenzorg in Klaten. De meeste planters zijn medio augustus 1943 geïnterneerd, hun gezinnen eind 1943, begin 1944. Zijn naoorlogs rapport aan de maatschappij is zo uitgebreid dat men moet veronderstellen dat hij aantekeningen heeft meegenomen en tijdens zijn internering heeft kunnen bewaren. Behalve zijn belevenissen tussen de Japanse inval en zijn kamptijd beschrijft Honig de periode in 1949 toen de planters in Solo verbleven in afwachting van hun terugkeer naar hun onderneming. Auteur was administrateur van de tabaks- en vezelonderneming Kebon Aroem van de Klatense Cultuurmaatschappij. De Japanners droegen hem de taak op van superintendent voor de Vorstenlandse ondernemingen waarbij hij moest laveren tussen de eisen van de Japanners, de problemen met de inlandse bevolking en de plicht tot het ondersteunen van de gezinnen van krijgsgevangen planters. Zijn vrouw organiseerde de armenzorg in Klaten. De meeste planters zijn medio augustus 1943 geïnterneerd, hun gezinnen eind 1943, begin 1944. Zijn naoorlogs rapport aan de maatschappij is zo uitgebreid dat men moet veronderstellen dat hij aantekeningen heeft meegenomen en tijdens zijn internering heeft kunnen bewaren. Behalve zijn belevenissen tussen de Japanse inval en zijn kamptijd beschrijft Honig de periode in 1949 toen de planters in Solo verbleven in afwachting van hun terugkeer naar hun onderneming.
- Collectie 401: Nederlands-Indische dagboeken en egodocumenten
- 435
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer