Rob F.W. (broeder Wendel) Jordans: Uittreksel uit mijn dagboeken van 15 Augustus 1942 tot 19 Juli 1945
De auteur zegt dat hij de meeste persoonlijke en familie-aangelegenheden uit het dagboek heeft weggelaten bij het schrijven van het verslag. De oorlogsberichten zijn afkomstig van de broeders onderling en van de man in de straat, die net zoals de auteur zelf, naar de Engelse zender luistert. De auteur woont als jonge broeder in het jongenstehuis "St.Jozef" in Maastricht. Hij wordt na enkele maanden overgeplaatst naar een tehuis in Roermond. Hij vertelt veel over de kontakten met andere tehuizen en het dagelijks leven in een kerkelijke gemeenschap. Er worden onderduikers verborgen en er wordt onderdak gegeven aan hele families. Na september 1944 wordt in Roermond een blaadje verspreid, waaruit hij berichten kan overnemen. In 1944 wordt hij bij een razzia opgepakt en weer vrijgelaten. Onderduikers worden gefusilleerd. In 1944 moet hij vanwege de oorlogsdreiging met de andere broeders en de inwonende families evacueren. Hij verstopt zijn dagboeken onder de trap. Ze vertrekken lopend. Na een lange tocht worden ze in veewagons geladen en via het Roergebied (Duitsland) komen ze na enige tijd in Zwolle aan. Hier is verzorging, water om je te wassen en eten. De tocht gaat verder via Heerenveen naar Drachten, waar ze ondergebracht worden in een school. Hier worden ze ontluisd en krijgen ze nieuwe stamkaarten. Via Leeuwarden komen ze terecht in Irnsum, waar ze enige tijd in een leegstaande melkfabriek wonen. Het contact met de bevolking is goed. Als ze daar in april 1945 door de Canadezen worden bevrijd, wil hij zo gauw mogelijk terug naar Roermond. 15 Juni 1945 komen ze na een tocht van een dag per vrachtwagen thuis. Hij vindt zijn dagboeken terug. De auteur zegt dat hij de meeste persoonlijke en familie-aangelegenheden uit het dagboek heeft weggelaten bij het schrijven van het verslag. De oorlogsberichten zijn afkomstig van de broeders onderling en van de man in de straat, die net zoals de auteur zelf, naar de Engelse zender luistert. De auteur woont als jonge broeder in het jongenstehuis "St.Jozef" in Maastricht. Hij wordt na enkele maanden overgeplaatst naar een tehuis in Roermond. Hij vertelt veel over de kontakten met andere tehuizen en het dagelijks leven in een kerkelijke gemeenschap. Er worden onderduikers verborgen en er wordt onderdak gegeven aan hele families. Na september 1944 wordt in Roermond een blaadje verspreid, waaruit hij berichten kan overnemen. In 1944 wordt hij bij een razzia opgepakt en weer vrijgelaten. Onderduikers worden gefusilleerd. In 1944 moet hij vanwege de oorlogsdreiging met de andere broeders en de inwonende families evacueren. Hij verstopt zijn dagboeken onder de trap. Ze vertrekken lopend. Na een lange tocht worden ze in veewagons geladen en via het Roergebied (Duitsland) komen ze na enige tijd in Zwolle aan. Hier is verzorging, water om je te wassen en eten. De tocht gaat verder via Heerenveen naar Drachten, waar ze ondergebracht worden in een school. Hier worden ze ontluisd en krijgen ze nieuwe stamkaarten. Via Leeuwarden komen ze terecht in Irnsum, waar ze enige tijd in een leegstaande melkfabriek wonen. Het contact met de bevolking is goed. Als ze daar in april 1945 door de Canadezen worden bevrijd, wil hij zo gauw mogelijk terug naar Roermond. 15 Juni 1945 komen ze na een tocht van een dag per vrachtwagen thuis. Hij vindt zijn dagboeken terug. Als bijlage zijn exemplaren van het in Roermond verspreide krantje "Berichten Voorziening Oorlogstijd" aanwezig. De auteur heeft het NIOD gevraagd hem op de hoogte te stellen als het dagboek geraadpleegd wordt.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag aan de hand van dagboekaantekeningen met bijlagen, foto's en krantjes (losbladige dubbelzijdige fotokopieen)
- 1228
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer