J.H. Menting: September 1944 - September 1945 Een bewogen jaar Arnhem Loenen Arnhem

Het is september 1944 en de auteur, een jonge HBS 'er die bij zijn ouders in Arnhem woont, vertelt over het oprukken van de geallieerden. Parijs is bevrijd, de Spitfires vliegen over Nederland en vliegveld Deelen wordt gebombardeerd. Na het bombardement van Arnhem op 17 september gaat hij de stad in om de aangebrachte schade op te nemen. Wanneer hun huis is getroffen, vluchten ze en komen na herhaalde evacuaties tenslotte bij een boer in de Veldhuizen terecht. Ze worden eerst op de deel en later in een kippenhok gehuisvest. Hij gaat meehelpen op de boerderij met graan en voederbieten oogsten, dieren voeren, de stal schoonmaken en koeien melken. De overkomende vliegtuigen schieten op alles wat op de grond beweegt, de was wordt daarom een eind van de boerderij te drogen gehangen. Als er in de buurt een vliegtuig is neergekomen gaat hij dit bekijken. Ook komen in Eefde (bij Zutphen) gelanceerde V wapens over. In de winter stoken ze op eigen terrein gehakt hout waarvan een gedeelte door de boer voor de Centrale Keuken moet worden ingeleverd. De mensen moeten graafwerk verrichten voor de Duitsers. December 1944 wordt de Veldhuizen gebombardeerd en vallen er doden. In de koude winter rukken de Amerikanen op door België. Onder de vele evacuees ontstaan irritaties, waardoor een deel van hen door gaat naar Friesland. Na de aanslag op Rauter, maart 1945, verstoppen ook in hun omgeving de mannen zich uit angst voor repressailles. Zij merken veel van het oprukkend front en het oorlogsrumoer en uit voorzorg wordt een schuilloopgraaf gegraven. In april worden ze door de Canadezen bevrijd en die week werkt hij niet op de boerderij maar trekt met hen op. Zijn vader neemt op verzoek van zijn oude baas, een officier van justitie, een administratieve functie bij de Krijgsraad, het Militair Gezag. Het is september 1944 en de auteur, een jonge HBS 'er die bij zijn ouders in Arnhem woont, vertelt over het oprukken van de geallieerden. Parijs is bevrijd, de Spitfires vliegen over Nederland en vliegveld Deelen wordt gebombardeerd. Na het bombardement van Arnhem op 17 september gaat hij de stad in om de aangebrachte schade op te nemen. Wanneer hun huis is getroffen, vluchten ze en komen na herhaalde evacuaties tenslotte bij een boer in de Veldhuizen terecht. Ze worden eerst op de deel en later in een kippenhok gehuisvest. Hij gaat meehelpen op de boerderij met graan en voederbieten oogsten, dieren voeren, de stal schoonmaken en koeien melken. De overkomende vliegtuigen schieten op alles wat op de grond beweegt, de was wordt daarom een eind van de boerderij te drogen gehangen. Als er in de buurt een vliegtuig is neergekomen gaat hij dit bekijken. Ook komen in Eefde (bij Zutphen) gelanceerde V wapens over. In de winter stoken ze op eigen terrein gehakt hout waarvan een gedeelte door de boer voor de Centrale Keuken moet worden ingeleverd. De mensen moeten graafwerk verrichten voor de Duitsers. December 1944 wordt de Veldhuizen gebombardeerd en vallen er doden. In de koude winter rukken de Amerikanen op door België. Onder de vele evacuees ontstaan irritaties, waardoor een deel van hen door gaat naar Friesland. Na de aanslag op Rauter, maart 1945, verstoppen ook in hun omgeving de mannen zich uit angst voor repressailles. Zij merken veel van het oprukkend front en het oorlogsrumoer en uit voorzorg wordt een schuilloopgraaf gegraven. In april worden ze door de Canadezen bevrijd en die week werkt hij niet op de boerderij maar trekt met hen op. Zijn vader neemt op verzoek van zijn oude baas, een officier van justitie, een administratieve functie bij de Krijgsraad, het Militair Gezag.