F.J.J.W. Haest: Dagboek 1944/45

Het is september 1944 in Rotterdam. De strijd, waarover de auteur alleen via geruchten hoort, gaat verder. De Duitsers vorderen fietsen, de voedselvoorziening verslechtert steeds meer. Men is bang voor roof , straatventers komen niet meer langs en het vuilnis hoopt zich op. Er zijn razzia's voor arbeidsinzet, waardoor het burencontact vermindert. De vraag naar kacheltjes, fornuizen en brandhout is groot, mensen sterven door uithongering of geweld en er verschijnen bedelaars op straat. De spertijd wordt ingevoerd. De man vertelt hoe de mensen op al deze gebeurtenissen reageren, welke verhalen hij hoort op straat en bij de groenteboer. Hij weet van het bestaan van illegale bladen. Zelf gaat hij ook op hongertocht. In april 1945 maakt hij melding van de bevrijding van Oost-Nederland en daarna die van Rotterdam. Het dagboek eindigt eind mei 1945 Het is september 1944 in Rotterdam. De strijd, waarover de auteur alleen via geruchten hoort, gaat verder. De Duitsers vorderen fietsen, de voedselvoorziening verslechtert steeds meer. Men is bang voor roof , straatventers komen niet meer langs en het vuilnis hoopt zich op. Er zijn razzia's voor arbeidsinzet, waardoor het burencontact vermindert. De vraag naar kacheltjes, fornuizen en brandhout is groot, mensen sterven door uithongering of geweld en er verschijnen bedelaars op straat. De spertijd wordt ingevoerd. De man vertelt hoe de mensen op al deze gebeurtenissen reageren, welke verhalen hij hoort op straat en bij de groenteboer. Hij weet van het bestaan van illegale bladen. Zelf gaat hij ook op hongertocht. In april 1945 maakt hij melding van de bevrijding van Oost-Nederland en daarna die van Rotterdam. Het dagboek eindigt eind mei 1945 Volgens opgave is de auteur geboren in 1910 en was hij ambtenaar bij de douane