S. Broekman: Joodse Jaren. Dagboek van een onderduiker

"Joodse Jaren. Dagboek van een onderduiker" door S. Broekman, een voormalig diamantbewerker, die vóór het uitbreken van de oorlog o.m. werkzaam was als bestuurder van de Arbeiders Sport Bond en van het door NW en SDAP opgerichte Centraal Comité ter verzorging van Oostenrijkse arbeiderskinderen in Nederland, uit welke functies ook tal van - niet nader aangeduide -journalistieke werkzaamheden voortvloeiden. Hoewel het dagboek uitsluitend tijdens de onderduikperiode werd bijgehouden, bevat het tal van passages die betrekking hebben op de voorafgaande jaren van de bezetting, toen Broekman o.m. als hoofd van de afdeling buitenschoolse jeugdzorg verbonden was aan de Joodsche Raad. Op 23 mei 1943 dook hij samen met zijn echtgenote onder in Amsterdam, waar hij tot begin november 1944 op hetzelfde adres aan de Prinsengracht verbleef; daarna op een ander adres, eveneens in Amsterdam. Hierover wordt in het dagboek echter niet bericht; wel in een later - in 1971 - toegevoegd supplement, waarin Broekman ook vrij uitvoerig oorlogs- ervaringen beschrijft. Na de bevrijding werd hij o.m. benoemd tot voorzitter van het Amsterdamse ziekenfonds "Ziekenzorg" en tot hoofd van het Informatiebureau van het Rode Kruis te 's-Gravenhage, afd. Joodse personen. Het dagboek, dat met zekere regelmaat maar niet van dag tot dag is bijgehouden, werd samengesteld door Broekman ten behoeve van zijn ev. kleinkinderen (hij heeft één - elders ondergedoken - dochter). De aantekeningen werden oorspronkelijk in handschrift vastgelegd en daarna - vermoedelijk reeds tijdens de onderduikperiode - overgetypt "Joodse Jaren. Dagboek van een onderduiker" door S. Broekman, een voormalig diamantbewerker, die vóór het uitbreken van de oorlog o.m. werkzaam was als bestuurder van de Arbeiders Sport Bond en van het door NW en SDAP opgerichte Centraal Comité ter verzorging van Oostenrijkse arbeiderskinderen in Nederland, uit welke functies ook tal van - niet nader aangeduide -journalistieke werkzaamheden voortvloeiden. Hoewel het dagboek uitsluitend tijdens de onderduikperiode werd bijgehouden, bevat het tal van passages die betrekking hebben op de voorafgaande jaren van de bezetting, toen Broekman o.m. als hoofd van de afdeling buitenschoolse jeugdzorg verbonden was aan de Joodsche Raad. Op 23 mei 1943 dook hij samen met zijn echtgenote onder in Amsterdam, waar hij tot begin november 1944 op hetzelfde adres aan de Prinsengracht verbleef; daarna op een ander adres, eveneens in Amsterdam. Hierover wordt in het dagboek echter niet bericht; wel in een later - in 1971 - toegevoegd supplement, waarin Broekman ook vrij uitvoerig oorlogs- ervaringen beschrijft. Na de bevrijding werd hij o.m. benoemd tot voorzitter van het Amsterdamse ziekenfonds "Ziekenzorg" en tot hoofd van het Informatiebureau van het Rode Kruis te 's-Gravenhage, afd. Joodse personen. Het dagboek, dat met zekere regelmaat maar niet van dag tot dag is bijgehouden, werd samengesteld door Broekman ten behoeve van zijn ev. kleinkinderen (hij heeft één - elders ondergedoken - dochter). De aantekeningen werden oorspronkelijk in handschrift vastgelegd en daarna - vermoedelijk reeds tijdens de onderduikperiode - overgetypt