C. E. Fesell: Verslag en dagboek met bijlage (klein cahier, handgeschreven tekst)
De ongeveer 45 jarige auteur wordt door het Rode Kruis gevraagd als verpleegster te komen werken bij de ziektegevallen van de bij de OT (Organisation Todt) ingezette personen. Het ziekenhuis is in Giesbeek in een boerderij, later in een school ervlakbij in Drempt. Met toestemming van de dominee mag ze haar vriendin meenemen. Zij voelt vriendschap en liefde voor haar vriendin, maar is voortdurend onzeker of dit wederzijds is. De vriendin heeft n.l. een ex-vriend en een kind in de buurt wonen. De auteur vertelt over de dagelijkse omgang met het overig verplegend personeel en de verhouding met de Duitse leiding. Ze drinken samen koffie, praten, eten en soms zijn er intiemere contacten. In het ziekenhuis zijn zieken uit een strafkamp. Ondertussen overlijdt haar moeder en deze wordt in de buurt begraven. Veel last van de oorlogvoering hebben ze niet, maar eind maart 1945 vlucht men, nadat de zieken zijn vrijgelaten, met z'n allen richting Groningen. Het hele verloop van de tocht wordt door haar bijgehouden. Onderweg eten ze in Wehrmachtsheimen en krijgen bij boeren onderdak in de schuur. In de buurt van Nieuw Beerta gaan ze de grens met Duitsland over en als ze in Leer aankomen, worden ze naar Oldenburg doorverwezen. Dan houdt het dagboek op De ongeveer 45 jarige auteur wordt door het Rode Kruis gevraagd als verpleegster te komen werken bij de ziektegevallen van de bij de OT (Organisation Todt) ingezette personen. Het ziekenhuis is in Giesbeek in een boerderij, later in een school ervlakbij in Drempt. Met toestemming van de dominee mag ze haar vriendin meenemen. Zij voelt vriendschap en liefde voor haar vriendin, maar is voortdurend onzeker of dit wederzijds is. De vriendin heeft n.l. een ex-vriend en een kind in de buurt wonen. De auteur vertelt over de dagelijkse omgang met het overig verplegend personeel en de verhouding met de Duitse leiding. Ze drinken samen koffie, praten, eten en soms zijn er intiemere contacten. In het ziekenhuis zijn zieken uit een strafkamp. Ondertussen overlijdt haar moeder en deze wordt in de buurt begraven. Veel last van de oorlogvoering hebben ze niet, maar eind maart 1945 vlucht men, nadat de zieken zijn vrijgelaten, met z'n allen richting Groningen. Het hele verloop van de tocht wordt door haar bijgehouden. Onderweg eten ze in Wehrmachtsheimen en krijgen bij boeren onderdak in de schuur. In de buurt van Nieuw Beerta gaan ze de grens met Duitsland over en als ze in Leer aankomen, worden ze naar Oldenburg doorverwezen. Dan houdt het dagboek op De bijlage is een paspoort van de auteur
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag en dagboek met bijlage (klein cahier, handgeschreven tekst)
- 1015
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer