J.A. van Wiechen: Egodocument (fotokopie van handschrift)
De schrijver is een plm. 20-jarige jongeman uit Rotterdam, student of scholier. Hij werkte mee aan Vrij Nederland en Trouw, moest in juni 1943 naar Duitsland, dook onder, en kwam wat later clandestien te werken als calculator in een speelgoedfabriek in Hillegersberg. Dit wordt ontdekt, hij wordt in mei 1944 gearresteerd, zit gevangen op het Haagsche Veer, plm. 2 weken in Amersfoort, vervolgens in een kamp in Rheinhausen, van waaruit hij in een Krupp-fabriek moet werken. In augustus komt hij "vrij" en wordt civiel arbeider, ondergebracht in een "Schlafhaus" van Krupp. In maart heeft, bij de nadering der geallieerden, gedwongen evacuatie plaats. In Schötmar blijft de groep een tijd bivakkeren, wachtend op verdere maatregelen, eten vindend bij de boeren. Wanneer de troep tenslotte verder trekt, maakt de schrijver zich weldra los en blijft in de buurt van Cloppenburg en Quackenbrück, tot hij bevrijd wordt, naar Lingen gebracht en vandaar gerepatriëerd. Aan het geheel hebben korte dagboekaantekeningen ten grondslag gelegen; de uitwerking vond echter, in mei 1945, in verhaalvorm plaats. Het gedeelte van juni 1943 - mei 1944 is zeer kort gehouden. Mede gefotokopieerd is een getypt afschrift van de originele aantekeningen, mei 1944 - april 1945, tesamen niet meer dan16 bladzijden beslaand. Bijlagen voorts: brieven en documenten De schrijver is een plm. 20-jarige jongeman uit Rotterdam, student of scholier. Hij werkte mee aan Vrij Nederland en Trouw, moest in juni 1943 naar Duitsland, dook onder, en kwam wat later clandestien te werken als calculator in een speelgoedfabriek in Hillegersberg. Dit wordt ontdekt, hij wordt in mei 1944 gearresteerd, zit gevangen op het Haagsche Veer, plm. 2 weken in Amersfoort, vervolgens in een kamp in Rheinhausen, van waaruit hij in een Krupp-fabriek moet werken. In augustus komt hij "vrij" en wordt civiel arbeider, ondergebracht in een "Schlafhaus" van Krupp. In maart heeft, bij de nadering der geallieerden, gedwongen evacuatie plaats. In Schötmar blijft de groep een tijd bivakkeren, wachtend op verdere maatregelen, eten vindend bij de boeren. Wanneer de troep tenslotte verder trekt, maakt de schrijver zich weldra los en blijft in de buurt van Cloppenburg en Quackenbrück, tot hij bevrijd wordt, naar Lingen gebracht en vandaar gerepatriëerd. Aan het geheel hebben korte dagboekaantekeningen ten grondslag gelegen; de uitwerking vond echter, in mei 1945, in verhaalvorm plaats. Het gedeelte van juni 1943 - mei 1944 is zeer kort gehouden. Mede gefotokopieerd is een getypt afschrift van de originele aantekeningen, mei 1944 - april 1945, tesamen niet meer dan16 bladzijden beslaand. Bijlagen voorts: brieven en documenten
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Egodocument (fotokopie van handschrift)
- 983
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer