G.J. de Jong: Egodocument (fotokopie van getypt stuk)
De schrijver is een plm. 21-jarige jongeman, wonende bij zijn ouders in Schiedam. Hij heeft enige M.T.S. opleiding, is later student in Delft. Met zijn broer wordt hij bij de razzia van november 1944 naar Duitsland gedeporteerd, met Rijnaken over het IJselmeer en per trein verder naar Mülheim. Daar werkt hij in een fabriek voor stalen platen; later, in Nieuwkerk, moet hij "frontdienst" verrichten (loopgraven maken). Bij het vertrek van daar - de geallieerden naderen en de chaos is langzamerhand vrij groot - raken ze (de schrijver en zijn broer) hun colonne kwijt en zwerven enige tijd rond, overal opgejaagd, terwijl geen enkel Lager hen wil opnemen. Tenslotte komen ze in kamp Rees terecht. Ontzet over de toestanden vluchten zij snel vandaar. Zij komen te werken bij boeren in Borken, worden weggestuurd, zwerven opnieuw rond en komen dan bij een boer in Asbeck. Eind maart komt daar de bevrijding. Wachtend op de bevrijding van Holland en officiële repatriatiemogelijkheid blijven zij op de boerderij. Via een kamp in Dülmen keert de schrijver naar Nederland terug. Bij familie in Blokzijl wachten zij, totdat het westen voor repatriërenden wordt vrijgegeven. Het dagboek, in verhaalvorm geschreven, is uit korte dagelijkse aantekeningen samengesteld. Het geeft, behalve feiten (o.a. uitvoerig verhaalde voorvallen) ook beschrijvingen van mentaliteit De schrijver is een plm. 21-jarige jongeman, wonende bij zijn ouders in Schiedam. Hij heeft enige M.T.S. opleiding, is later student in Delft. Met zijn broer wordt hij bij de razzia van november 1944 naar Duitsland gedeporteerd, met Rijnaken over het IJselmeer en per trein verder naar Mülheim. Daar werkt hij in een fabriek voor stalen platen; later, in Nieuwkerk, moet hij "frontdienst" verrichten (loopgraven maken). Bij het vertrek van daar - de geallieerden naderen en de chaos is langzamerhand vrij groot - raken ze (de schrijver en zijn broer) hun colonne kwijt en zwerven enige tijd rond, overal opgejaagd, terwijl geen enkel Lager hen wil opnemen. Tenslotte komen ze in kamp Rees terecht. Ontzet over de toestanden vluchten zij snel vandaar. Zij komen te werken bij boeren in Borken, worden weggestuurd, zwerven opnieuw rond en komen dan bij een boer in Asbeck. Eind maart komt daar de bevrijding. Wachtend op de bevrijding van Holland en officiële repatriatiemogelijkheid blijven zij op de boerderij. Via een kamp in Dülmen keert de schrijver naar Nederland terug. Bij familie in Blokzijl wachten zij, totdat het westen voor repatriërenden wordt vrijgegeven. Het dagboek, in verhaalvorm geschreven, is uit korte dagelijkse aantekeningen samengesteld. Het geeft, behalve feiten (o.a. uitvoerig verhaalde voorvallen) ook beschrijvingen van mentaliteit
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Egodocument (fotokopie van getypt stuk)
- 662
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
