Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

A. Stuurman: Werken in Duitschland

Dagboek van Arie Stuurman (1922-1979), die, tewerkgesteld in Duitsland, vijf cahiers vol schrijft. Arie is de op één na jongste in een Rotterdams gezin met acht kinderen, tijdens de oorlog woonachtig in de Rotterdamse Bellevoystraat. De jonge Arie vaart als bell boy bij de Holland-Amerika Lijn en werkt als kelner in Zierikzee. Met broers Jan en Johan wordt hij in 1941 tewerkgesteld in Bremen. Als hij in april 1943 opnieuw is uitgezonden, naar de Daimler-Benzfabrieken in het stadje Trebbin, schrijft Arie: "Ik ben in Duitschland, het vertrek was ellendig. Moeder U huilde hoe kan dat nou U die altijd zo kalm bent en jij Beppie jij huilde eerst in Rotterdam en toen ik in Utrecht wegging huilde je ook waarom toch, jullie maakte het voor mij zo moeilijk ik kon ook wel huilen maar dat mag toch niet". Naast auto’s worden bij Daimler-Benz vliegtuigonderdelen voor de Wehrmacht vervaardigd. In het Lager voelt Arie "direct de koude ongezelligheid van houten barakken. Dat is de grootste ellende in een kamp: de ongezelligheid onder elkaar". De ondermaatse hygiëne bij sommige mede-tewerkgestelden is een schok: "Zo netjes ze thuis zijn zo smerig zijn ze hier. Ze bevuilen de toiletten en washokken en vervuilen zelf". Arie wordt door heimwee overmand, naar huis, maar vooral naar zijn Rotterdamse vriendinnetje: "Vanmiddag kreeg ik een ellendig gevoel ik moest maar denken aan vorige week, toen Rietje en ik de hele dag weggeweest zijn om deze tijd zaten we in het park en kwamen we van Katendrecht. Nu zit ik aan een houten tafel op een houten bank ik denk maar aan haar gezegde 'Flink zijn, schat'". Als in 1944 na een geallieerd bombardement de hele fabriek in puin ligt, wordt men overgeplaatst naar Moosbach, vanwaar door Arie en enkele inmiddels bevriende lotgenoten een voettocht naar Nederland wordt aangevangen. Dagboek van Arie Stuurman (1922-1979), die, tewerkgesteld in Duitsland, vijf cahiers vol schrijft. Arie is de op één na jongste in een Rotterdams gezin met acht kinderen, tijdens de oorlog woonachtig in de Rotterdamse Bellevoystraat. De jonge Arie vaart als bell boy bij de Holland-Amerika Lijn en werkt als kelner in Zierikzee. Met broers Jan en Johan wordt hij in 1941 tewerkgesteld in Bremen. Als hij in april 1943 opnieuw is uitgezonden, naar de Daimler-Benzfabrieken in het stadje Trebbin, schrijft Arie: "Ik ben in Duitschland, het vertrek was ellendig. Moeder U huilde hoe kan dat nou U die altijd zo kalm bent en jij Beppie jij huilde eerst in Rotterdam en toen ik in Utrecht wegging huilde je ook waarom toch, jullie maakte het voor mij zo moeilijk ik kon ook wel huilen maar dat mag toch niet". Naast auto’s worden bij Daimler-Benz vliegtuigonderdelen voor de Wehrmacht vervaardigd. In het Lager voelt Arie "direct de koude ongezelligheid van houten barakken. Dat is de grootste ellende in een kamp: de ongezelligheid onder elkaar". De ondermaatse hygiëne bij sommige mede-tewerkgestelden is een schok: "Zo netjes ze thuis zijn zo smerig zijn ze hier. Ze bevuilen de toiletten en washokken en vervuilen zelf". Arie wordt door heimwee overmand, naar huis, maar vooral naar zijn Rotterdamse vriendinnetje: "Vanmiddag kreeg ik een ellendig gevoel ik moest maar denken aan vorige week, toen Rietje en ik de hele dag weggeweest zijn om deze tijd zaten we in het park en kwamen we van Katendrecht. Nu zit ik aan een houten tafel op een houten bank ik denk maar aan haar gezegde 'Flink zijn, schat'". Als in 1944 na een geallieerd bombardement de hele fabriek in puin ligt, wordt men overgeplaatst naar Moosbach, vanwaar door Arie en enkele inmiddels bevriende lotgenoten een voettocht naar Nederland wordt aangevangen. Dagboek Werken in Duitschland (7 januari - 31 maart 1941); Dagboek 1 (10 april - 10 juni 1943); Dagboek II (11 juni - 31 december 1943); Dagboek III (1 januari 1944 - 10 april 1945); Dagboek IV (Tooneel; 6 maart - 15 juni 1945) Bij terugkomst van zijn tewerkstelling bij Daimler-Benz in Duitsland geeft Arie deze vijf cahiers in bewaring bij een vriendin van hem, de in Amsterdam geboren Geertruida (Truus) Akkerman, met wie hij in 1950 zal trouwen. 70 jaar lang zijn de cahiers het huis van het echtpaar aan de Rotterdamse Kootsekade niet uit geweest.

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Dagboek (cahiers)
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 2023
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards