Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

H. Leus: Dagboekaantekeningen van Herman Leus

Uitgewerkt dagboek aan de hand van aantekeningen van Engelandvaarder Herman Leus, die in de periode augustus 1942 - juni 1943 van Bergen op Zoom naar Londen reist. Samen met vriend Jacques van Loon is hij 350 dagen onderweg. Tot die tijd werkt de rooms-katholieke arbeider Leus voor de Arbeitseinsatz in een machinefabriek in Duitsland. Als hij met verlof naar Nederland mag, smokkelt hij Franse dwangarbeiders mee. Die kunnen dan vanuit zijn woonplaats Bergen op Zoom in Noord-Brabant naar huis proberen te komen. Zo helpt hij dertien man ontsnappen. Op 4 augustus 1942 vertrekken Herman en Jacques. Zonder hulp, geld, papieren en de taal te spreken, reizen ze door vijandig gebied. Ondanks de honger en het gebrek aan hulp van de Nederlandse autoriteiten zetten ze door. Men verblijft in buitenlandse gevangenissen, waaronder in Campo Mirand, een concentratiekamp in de Spaanse stad Miranda de Ebro, waar meerdere Engelandvaarders zitten. In een konvooi van dertig schepen vaart men per omgebouwd passagiersschip naar Engeland. In Londen raken ze bevriend met Engelandvaarders Sjef Adriaansen en Jan de Bloois. De vier jongemannen worden gerekruteerd voor de opleiding tot geheim agent van het Bureau Inlichtingen (BI) in Londen, een pas opgericht bureau voor het verzamelen van inlichtingen in Nederland en het tot stand brengen van contacten tussen het Nederlandse verzet en Londen. De agenten krijgen een opleiding in coderen en het bedienen van het seintoestel. Van de vier vrienden overleeft alleen Jacques de oorlog. Op 8 maart 1945 worden te Woeste Hoeve in Apeldoorn 117 mannen door de Duitse bezetter gefusilleerd als represaille voor de "aanslag" op Rauter, de hoogste Duitse politiegeneraal en hoofd van de SS in Nederland. Herman Leus, dan zevenentwintig jaar oud, is één van hen. Sjef Adriaansen wordt op 5 september 1944 gefusilleerd in Kamp Vught. Jan de Bloois overlijdt op 30 december 1944 te Nederlangbroek. Uitgewerkt dagboek aan de hand van aantekeningen van Engelandvaarder Herman Leus, die in de periode augustus 1942 - juni 1943 van Bergen op Zoom naar Londen reist. Samen met vriend Jacques van Loon is hij 350 dagen onderweg. Tot die tijd werkt de rooms-katholieke arbeider Leus voor de Arbeitseinsatz in een machinefabriek in Duitsland. Als hij met verlof naar Nederland mag, smokkelt hij Franse dwangarbeiders mee. Die kunnen dan vanuit zijn woonplaats Bergen op Zoom in Noord-Brabant naar huis proberen te komen. Zo helpt hij dertien man ontsnappen. Op 4 augustus 1942 vertrekken Herman en Jacques. Zonder hulp, geld, papieren en de taal te spreken, reizen ze door vijandig gebied. Ondanks de honger en het gebrek aan hulp van de Nederlandse autoriteiten zetten ze door. Men verblijft in buitenlandse gevangenissen, waaronder in Campo Mirand, een concentratiekamp in de Spaanse stad Miranda de Ebro, waar meerdere Engelandvaarders zitten. In een konvooi van dertig schepen vaart men per omgebouwd passagiersschip naar Engeland. In Londen raken ze bevriend met Engelandvaarders Sjef Adriaansen en Jan de Bloois. De vier jongemannen worden gerekruteerd voor de opleiding tot geheim agent van het Bureau Inlichtingen (BI) in Londen, een pas opgericht bureau voor het verzamelen van inlichtingen in Nederland en het tot stand brengen van contacten tussen het Nederlandse verzet en Londen. De agenten krijgen een opleiding in coderen en het bedienen van het seintoestel. Van de vier vrienden overleeft alleen Jacques de oorlog. Op 8 maart 1945 worden te Woeste Hoeve in Apeldoorn 117 mannen door de Duitse bezetter gefusilleerd als represaille voor de "aanslag" op Rauter, de hoogste Duitse politiegeneraal en hoofd van de SS in Nederland. Herman Leus, dan zevenentwintig jaar oud, is één van hen. Sjef Adriaansen wordt op 5 september 1944 gefusilleerd in Kamp Vught. Jan de Bloois overlijdt op 30 december 1944 te Nederlangbroek. De dagboekaantekeningen komen uit notitieboekjes en schriftjes: alles wat bruikbaar was onder de vaak slechte omstandigheden van de reis die de auteur naar Engeland maakte. Later schreef zijn broer alles in willekeurige volgorde over. Vader van de schenker van het dagboek, die de in 1945 overleden auteur gekend heeft, zette het één en ander in willekeurige volgorde. Hij typte het over en voorzag het van aanvullingen, commentaar en verduidelijkingen. Dat deed hij met behulp van Jacques van Loon, de reisgezel van Herman Leus. De schenker voegde de aantekeningen van haar vader toe, de door hem vervaardigde kaart met de in het dagboek afgelegde reisroute en tevens kopieën van afbeeldingen (portretten) van betrokkenen. Hoe het de auteur is vergaan na 8 februari 1944, waar de aantekeningen eindigen, is te lezen in een nawoord.

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Uitgewerkt dagboek (aan de hand van dagboekaantekeningen) (typoscript)
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 1926
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards