C.H. de Ruijter: Hongerwinter en bevrijding

Harry is vijftien als hij in november 1944 aan zijn dagboek begint. Zijn moeder is een jaar eerder overleden. Met zijn vader bewoont hij een huis in Haarlem, waar hij ook de middelbare school bezoekt, meestal nog maar zo'n anderhalf uur per schooldag. Het dagboek is bestemd voor de toekomstige belevenissen van de net door Harry opgerichte jongensclub De Zwarte Hand, die onder meer concerten voor arme mensen moet gaan organiseren. Maar Harry, die weliswaar zelf accordeon en piano speelt, doodt de tijd vooral met andere zaken: hij leest cowboyboeken en denkt na over meisjes die hij in de kerk ontmoet. Er wordt bovendien veel geschaatst, vooral tijdens de Hongerwinter. Harry en zijn vader hebben een goed lopend handeltje in tabak van gevonden sigarettenpeukjes. En bekwamen zich in het lokken van katten en honden. Tegen het einde van de oorlog wordt vader als notoire hondendief zelfs gearresteerd. Die heeft zich inmiddels weten te specialiseren in het maken van gehaktballen van hondenvlees. "Bij mijn tante is een hond, die een paar weken geleden is overreden. Hij kan nu haast niet meer lopen. Daarom heeft zijn baas aan mijn vader gevraagd of hem naar de kennel wil brengen. Mijn vader vond het best. Morgen eten we weer gehakt," schrijft Harry laconiek in zijn dagboek. Vader en zoon overleven de oorlog, de "verwerking" van een dertiental honden bij hun thuis ten spijt. Harry is vijftien als hij in november 1944 aan zijn dagboek begint. Zijn moeder is een jaar eerder overleden. Met zijn vader bewoont hij een huis in Haarlem, waar hij ook de middelbare school bezoekt, meestal nog maar zo'n anderhalf uur per schooldag. Het dagboek is bestemd voor de toekomstige belevenissen van de net door Harry opgerichte jongensclub De Zwarte Hand, die onder meer concerten voor arme mensen moet gaan organiseren. Maar Harry, die weliswaar zelf accordeon en piano speelt, doodt de tijd vooral met andere zaken: hij leest cowboyboeken en denkt na over meisjes die hij in de kerk ontmoet. Er wordt bovendien veel geschaatst, vooral tijdens de Hongerwinter. Harry en zijn vader hebben een goed lopend handeltje in tabak van gevonden sigarettenpeukjes. En bekwamen zich in het lokken van katten en honden. Tegen het einde van de oorlog wordt vader als notoire hondendief zelfs gearresteerd. Die heeft zich inmiddels weten te specialiseren in het maken van gehaktballen van hondenvlees. "Bij mijn tante is een hond, die een paar weken geleden is overreden. Hij kan nu haast niet meer lopen. Daarom heeft zijn baas aan mijn vader gevraagd of hem naar de kennel wil brengen. Mijn vader vond het best. Morgen eten we weer gehakt," schrijft Harry laconiek in zijn dagboek. Vader en zoon overleven de oorlog, de "verwerking" van een dertiental honden bij hun thuis ten spijt. Bevat naast de print van het uitgewerkte dagboek twee cahiers met verschillende versies van hetzelfde dagboek en een cahier met nog een kladversie ervan.