B.J.A.M. Nagel-Tierolff: Ons gezin in de eerste weken van de bevrijding

Verslag van mevrouw Nagel-Tierolff (1906-1998), aan de hand van een schrift met notities uit 1944, over de bevrijding van Nijmegen. Mevrouw Nagel-Tierolff woont met haar echtgenoot Jan en hun vier kinderen in de stad als op 17 september 1944 Operatie Market Garden begint. Hun doodzieke zestienjarige zoon Frits ligt op dat moment in het ziekenhuis. Op 18 september beginnen de Duitsers brand te stichten: "Staan we achter het huis, dan horen we het geknetter van vlammen dat door het klooster achter ons weerkaatst wordt." Nog angstaanjagender zijn de honderden handgranaten die men hoort vallen. Het gezin gaat schuilen in de kelders van de katholieke school Het Canisius College verderop in de straat, samen met zo’n 350 andere vluchtelingen. Kort na de bevrijding van Nijmegen op 20 september 1944 logeert het gezin bij kennissen in Beuningen, aangezien het in hun eigen woonplaats te gevaarlijk blijft. Om op aanraden van de geallieerden na twee weken toch maar weer terug te keren naar de verwoeste stad, waar het thuis natuurlijk een ravage is. "Met alle ramen eruit. Zodat het binnen regent." Met hun zoon Frits, inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis, gaat het dan gelukkig beter. Verslag van mevrouw Nagel-Tierolff (1906-1998), aan de hand van een schrift met notities uit 1944, over de bevrijding van Nijmegen. Mevrouw Nagel-Tierolff woont met haar echtgenoot Jan en hun vier kinderen in de stad als op 17 september 1944 Operatie Market Garden begint. Hun doodzieke zestienjarige zoon Frits ligt op dat moment in het ziekenhuis. Op 18 september beginnen de Duitsers brand te stichten: "Staan we achter het huis, dan horen we het geknetter van vlammen dat door het klooster achter ons weerkaatst wordt." Nog angstaanjagender zijn de honderden handgranaten die men hoort vallen. Het gezin gaat schuilen in de kelders van de katholieke school Het Canisius College verderop in de straat, samen met zo’n 350 andere vluchtelingen. Kort na de bevrijding van Nijmegen op 20 september 1944 logeert het gezin bij kennissen in Beuningen, aangezien het in hun eigen woonplaats te gevaarlijk blijft. Om op aanraden van de geallieerden na twee weken toch maar weer terug te keren naar de verwoeste stad, waar het thuis natuurlijk een ravage is. "Met alle ramen eruit. Zodat het binnen regent." Met hun zoon Frits, inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis, gaat het dan gelukkig beter. Bevat naast het verslag korte anekdotes met betrekking tot zowel de Eerste Wereldoorlog, toen de auteur nog een kind was, als de Tweede Wereldoorlog. Bevat tevens anekdotes uit de naoorlogse periode tot 1987.