B.H. van Rosmalen sr.: Retourtje Duitschland
De auteur is werkzaam in de metaalfabriek van Stokvis in Rotterdam. Een paar keer ontkomt hij door afkeuring aan arbeidsinzet. Maar bij de razzia van 10 november 1944 wordt hij opgepakt. De nacht brengt hij door in het Feijenoord-stadion en de volgende ochtend wordt hij naar een boot gebracht, door een haag van huilende achterblijvers heen. Op een rijnschip met open luiken wordt hij over het IJsselmeer naar Kampen gevaren. De plaatselijke bevolking gooit eten in de schepen. Drie dagen moet hij blijven in de smerige van Heutz-kazerne. Lopend gaat hij naar Wezep, waar hij afval van Joden, die er hebben gezeten, vindt. Het gaat verder per trein, staande op het tussenbalkon, tot Dresden. Dan loopt hij nog enige uren tot hij in een vies barakkenkamp aankomt. Verder gaat het per trein tot hij via Leipzig in Eisleben aankomt. Er vluchten mensen. Hij krijgt te eten. Lopend gaat hij met vijftig man verder naar Wansleben. Daar wordt hij ondergebracht in een grote zaal en kan hij zich wassen en scheren. Er liggen kranten. Hij moet werken in een nabij gelegen zoutmijn. Men krijgt voedselkaarten en sigarettenbonnen. Hij boort gaten en blaast met trotyl in de wanden nieuwe gangen. Hij werkt van 's morgens 6 tot 's middags 3 uur, langer is niet toegestaan vanwege giftige dampen. Het eten is vrij goed en de bevolking vriendelijk. De zaal moet schoongehouden worden. Hij viert er Sinterklaas. Na ongeveer drie weken wordt hij per trein via Halle overgeplaatst naar Nordhausen. Onder bewaking loopt hij naar het dorp Appenrode, waar men met z'n achten een deel van een pension bewoont. Sokken heeft niemand meer, men gebruikt beenlappen en loopt op hout. Bij de boeren in de omgeving vraagt men eten. Hij werkt bij een groot Arbeitsproject "Wolfsleben" en bouwt bruggen. Hij mag niet naar huis schrijven en men wordt bewaakt. Hij werkt twaalf uur per dag en heeft altijd nachtdienst. Hij saboteert. Alle nationaliteiten zijn aanwezig. Er heerst hongeroedeem. De auteur is werkzaam in de metaalfabriek van Stokvis in Rotterdam. Een paar keer ontkomt hij door afkeuring aan arbeidsinzet. Maar bij de razzia van 10 november 1944 wordt hij opgepakt. De nacht brengt hij door in het Feijenoord-stadion en de volgende ochtend wordt hij naar een boot gebracht, door een haag van huilende achterblijvers heen. Op een rijnschip met open luiken wordt hij over het IJsselmeer naar Kampen gevaren. De plaatselijke bevolking gooit eten in de schepen. Drie dagen moet hij blijven in de smerige van Heutz-kazerne. Lopend gaat hij naar Wezep, waar hij afval van Joden, die er hebben gezeten, vindt. Het gaat verder per trein, staande op het tussenbalkon, tot Dresden. Dan loopt hij nog enige uren tot hij in een vies barakkenkamp aankomt. Verder gaat het per trein tot hij via Leipzig in Eisleben aankomt. Er vluchten mensen. Hij krijgt te eten. Lopend gaat hij met vijftig man verder naar Wansleben. Daar wordt hij ondergebracht in een grote zaal en kan hij zich wassen en scheren. Er liggen kranten. Hij moet werken in een nabij gelegen zoutmijn. Men krijgt voedselkaarten en sigarettenbonnen. Hij boort gaten en blaast met trotyl in de wanden nieuwe gangen. Hij werkt van 's morgens 6 tot 's middags 3 uur, langer is niet toegestaan vanwege giftige dampen. Het eten is vrij goed en de bevolking vriendelijk. De zaal moet schoongehouden worden. Hij viert er Sinterklaas. Na ongeveer drie weken wordt hij per trein via Halle overgeplaatst naar Nordhausen. Onder bewaking loopt hij naar het dorp Appenrode, waar men met z'n achten een deel van een pension bewoont. Sokken heeft niemand meer, men gebruikt beenlappen en loopt op hout. Bij de boeren in de omgeving vraagt men eten. Hij werkt bij een groot Arbeitsproject "Wolfsleben" en bouwt bruggen. Hij mag niet naar huis schrijven en men wordt bewaakt. Hij werkt twaalf uur per dag en heeft altijd nachtdienst. Hij saboteert. Alle nationaliteiten zijn aanwezig. Er heerst hongeroedeem. De schenker, familie van de auteur, heeft het originele manuscript overgetypt en op CD rom bijgevoegd (2007). Daarbij is zo goed mogelijk de letterlijke tekst gevolgd. Soms is de tekst iets aangepast om de leesbaarheid te bevorderen, hier en daar is een komma of punt toegevoegd en zijn taalfouten verbeterd. De auteur zelf heeft later verkregen informatie bijgeschreven.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag, gebaseerd op meer dan 30 jaar oude herinneringen en bijlagen (handgeschreven tekst op vellen kladblok papier en een CD-rom)
- 1829
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
