Cornelis de Greef: Dagboek
Bij een razzia in zijn woonplaats wordt de auteur, boer, opgepakt en maakt vanuit Utrecht een lange treinreis, gedeeltelijk in personenwagens. Hij vertrekt op 15 januari 1945. Onderweg krijgt hij te eten. De namen van de steden die hij passeert noteert hij. Hij arriveert in een kamp, ongeveer 23 kilometer van Wenen. Onderdak in barakken volgt en ze krijgen te eten. Hij moet werken voor de spoorwegen. Hij kan zich wassen. Het vriest en sneeuwt stevig en ze zijn niet gekleed voor het werk dat ze doen. Hij heeft spijt dat hij zich niet verstopt heeft bij de razzia. Soms krijgt hij sigaretten en bedelt om eten of steelt het uit treinwagons. Hij wordt betaald. Bij ontluizing worden velen kaalgeschoren. Er is luchtalarm. Eind maart 1945 moet hij ook 's nachts werken. Maar door bombardementen en vernielingen wordt het onmogelijk om te werken. 10 April 1945 zijn de Russen er. Hij krijgt tabak en drinken. 11 April 1945 gaat hij met een groepje ervandoor. Onderweg werkt hij voor de Russen tegen voedsel. Hij wordt beroofd door een groepje Russen. Hij werkt een tijdje in Wien (Wenen?) en wordt goede maatjes met de Russen. Eind mei 1945 vertrekt hij met een groep van 150 richting Nederland, na keuring op geslachtsziekte en na een bad. Het transport gaat per auto, onder leiding van de Amerikanen. Ze blijven enkele dagen in Linz. Hij ontfermt zich over een meisje dat bang is alleen in zo'n grote groep te reizen. Dan gaat het per trein verder via Passau door Duitsland en België naar Maastricht. Met een kleine groep bemachtigt hij een auto, gaat door naar Weert. Hier gaat hij naar de kapper. Een dag later gaat hij verder in een groep per trein via Eindhoven en Den Bosch. Bij een razzia in zijn woonplaats wordt de auteur, boer, opgepakt en maakt vanuit Utrecht een lange treinreis, gedeeltelijk in personenwagens. Hij vertrekt op 15 januari 1945. Onderweg krijgt hij te eten. De namen van de steden die hij passeert noteert hij. Hij arriveert in een kamp, ongeveer 23 kilometer van Wenen. Onderdak in barakken volgt en ze krijgen te eten. Hij moet werken voor de spoorwegen. Hij kan zich wassen. Het vriest en sneeuwt stevig en ze zijn niet gekleed voor het werk dat ze doen. Hij heeft spijt dat hij zich niet verstopt heeft bij de razzia. Soms krijgt hij sigaretten en bedelt om eten of steelt het uit treinwagons. Hij wordt betaald. Bij ontluizing worden velen kaalgeschoren. Er is luchtalarm. Eind maart 1945 moet hij ook 's nachts werken. Maar door bombardementen en vernielingen wordt het onmogelijk om te werken. 10 April 1945 zijn de Russen er. Hij krijgt tabak en drinken. 11 April 1945 gaat hij met een groepje ervandoor. Onderweg werkt hij voor de Russen tegen voedsel. Hij wordt beroofd door een groepje Russen. Hij werkt een tijdje in Wien (Wenen?) en wordt goede maatjes met de Russen. Eind mei 1945 vertrekt hij met een groep van 150 richting Nederland, na keuring op geslachtsziekte en na een bad. Het transport gaat per auto, onder leiding van de Amerikanen. Ze blijven enkele dagen in Linz. Hij ontfermt zich over een meisje dat bang is alleen in zo'n grote groep te reizen. Dan gaat het per trein verder via Passau door Duitsland en België naar Maastricht. Met een kleine groep bemachtigt hij een auto, gaat door naar Weert. Hier gaat hij naar de kapper. Een dag later gaat hij verder in een groep per trein via Eindhoven en Den Bosch. Het originele dagboek is gelezen en zo nauwkeurig mogelijk uitgetikt op de computer door een dochter van de auteur
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (3 originele met de hand geschreven kleine notitieboekjes en een computeruitdraai)
- 1795
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer