Johannes Adrianus Albertus van den Berg: Plakboek en Dagboek (handgeschreven tekst, vol knipsels en enkele foto's in gebruikt kasboek)

De auteur, die in Haarlem woont, heeft zijn militaire dienstplicht vervuld in 1930 bij de marine in Den Helder. Uitgebreid vertelt hij over hoe het er toeging. Hij komt er uit en "is een man geworden". Ondertussen is hij getrouwd en heeft hij kinderen. Hij is kruidenier. 28 Augustus 1939 wordt hij opgeroepen voor de mobilisatie. De volgende dag meldt hij zich in IJmuiden en wordt doorgestuurd naar kustwachtpost 23 te Bloemendaal. Eerst is men gelegerd in tenten, daarna in een barak. Bladzijden vol krantenknipsels over de marine, gedichten en foto's worden door hem ingeplakt. Hij vertelt over zijn baan als kustwachter. Op 10 mei 1940 signaleert hij overal vliegtuigen en schepen voor de kust. IJmuiden wordt getroffen. Wat is er precies aan de hand? Er zijn parachutisten. De oorlog met Duitsland is begonnen hoort hij van zijn chef. Rotterdam wordt gebombardeerd. Engeland komt helpen. Uit hun groep worden NSB'ers verwijderd. Hij vertelt hoe de strijd ter zee en rondom hem verder gaat. Er vertrekken schepen met vluchtelingen uit Nederland via het IJ. Na 15 mei keert de rust weer, men kan eten en drinken en zich scheren. De schepen zijn naar Engeland, de koopvaardijschepen zijn alle kanten uitgevlucht en sommigen zijn tot zinken gebracht. Vijanden heeft hij nog niet gezien, maar na een paar dagen worden ze uit de barak gegooid. 20 Mei wordt hij naar Amsterdam gebracht naar de kustwachtkazerne en is krijgsgevangen. Zijn naam wordt opgenomen, hij zoekt een slaaplaats en mag in de stad eten. Met andere posten wisselt hij ervaringen uit. Hij vraagt zich af wat er met hem gaat gebeuren. Na een paar vrije dagen laat men de gehele groep naar huis gaan. Thuis hoort hij hoe het met de marine in heel Nederland is vergaan. Hij is er trots op. Mei 1942 moeten de marineofficieren zich melden voor krijgsgevangenschap. 19 Juli 1943 moet ook hij zich melden, ondanks dat hij een Ausweis heeft. De auteur, die in Haarlem woont, heeft zijn militaire dienstplicht vervuld in 1930 bij de marine in Den Helder. Uitgebreid vertelt hij over hoe het er toeging. Hij komt er uit en "is een man geworden". Ondertussen is hij getrouwd en heeft hij kinderen. Hij is kruidenier. 28 Augustus 1939 wordt hij opgeroepen voor de mobilisatie. De volgende dag meldt hij zich in IJmuiden en wordt doorgestuurd naar kustwachtpost 23 te Bloemendaal. Eerst is men gelegerd in tenten, daarna in een barak. Bladzijden vol krantenknipsels over de marine, gedichten en foto's worden door hem ingeplakt. Hij vertelt over zijn baan als kustwachter. Op 10 mei 1940 signaleert hij overal vliegtuigen en schepen voor de kust. IJmuiden wordt getroffen. Wat is er precies aan de hand? Er zijn parachutisten. De oorlog met Duitsland is begonnen hoort hij van zijn chef. Rotterdam wordt gebombardeerd. Engeland komt helpen. Uit hun groep worden NSB'ers verwijderd. Hij vertelt hoe de strijd ter zee en rondom hem verder gaat. Er vertrekken schepen met vluchtelingen uit Nederland via het IJ. Na 15 mei keert de rust weer, men kan eten en drinken en zich scheren. De schepen zijn naar Engeland, de koopvaardijschepen zijn alle kanten uitgevlucht en sommigen zijn tot zinken gebracht. Vijanden heeft hij nog niet gezien, maar na een paar dagen worden ze uit de barak gegooid. 20 Mei wordt hij naar Amsterdam gebracht naar de kustwachtkazerne en is krijgsgevangen. Zijn naam wordt opgenomen, hij zoekt een slaaplaats en mag in de stad eten. Met andere posten wisselt hij ervaringen uit. Hij vraagt zich af wat er met hem gaat gebeuren. Na een paar vrije dagen laat men de gehele groep naar huis gaan. Thuis hoort hij hoe het met de marine in heel Nederland is vergaan. Hij is er trots op. Mei 1942 moeten de marineofficieren zich melden voor krijgsgevangenschap. 19 Juli 1943 moet ook hij zich melden, ondanks dat hij een Ausweis heeft.