: Evacuatie van Breda
De auteur vlucht 12 mei 1940 met zijn ouders en kinderen uit Breda voor de Duitse bombardementen. Men gaat lopend en fietsend richting België. Aangekomen in Hoogstraten vinden ze onderdak in een lege gevangenis. Hij slaapt op de grond, omdat de aanwezige matrassen worden weggehaald. 's Avonds zijn er ongeveer 3000 mensen. Het deel van hun groep, dat een fiets heeft, waaronder de auteur, gaat de volgende ochtend, 13 mei 1940, door. Onderweg moeten ze steeds dekking zoeken voor de bombardementen, ze rijden door garnizoensgebied. Van Antwerpen gaan ze door naar St. Niklaas, waar ze zich melden. Hier is het rustig. Onderweg heeft iemand anders met een vier-persoonstent met volledige uitrusting zich bij hen aangesloten. Ze worden gescheiden gehuisvest in verschillende scholen, waar ze goed verzorgd worden. 14 Mei 1940 vertrekken ze vroeg, na koffie en brood in de kerk. 's Middags komen ze in Gent en melden zich. In een café zijn nog net eieren en koffie te krijgen. Ze gaan door naar Zulten. Hier slapen ze in bedden van een meisjeskostschool. De volgende ochtend, zondag, is er ontbijt met krentenbrood, kaas en eieren. Hij gaat door naar Rousselaere. Onderweg rusten ze uit in kerken. Er zijn veel jonge Belgische mannen, die zijn opgeroepen om te werken in munitiefabrieken in Zuid-Frankrijk. Maar er is geen vervoer. Die dag, 15 mei 1940 bezoekt hij een tante die in de cel zit. De volgende dag, 16 mei 1940 fietsen ze naar Veurs. Hier ontmoeten ze Engelsen. Onderdak vinden ze op een boerderij in de smerige stal. Ze vertrekken vroeg en komen 17 mei 1940 in Wulpen, waar ze logeren bij de pastoor. Deze ontvangt hen hartelijk. De volgende ochtend, na de heilige mis van zaterdag, helpen ze met het in veiligheid brengen van voorwerpen uit de kerk. Ze luisteren naar de Nederlandse radio. De pastoor stippelt een verdere vluchtroute via Frankrijk voor hen uit. Bij Hondschoote gaan ze de Franse grens over. Ze komen in St.Omer Nederlanders tegen. De auteur vlucht 12 mei 1940 met zijn ouders en kinderen uit Breda voor de Duitse bombardementen. Men gaat lopend en fietsend richting België. Aangekomen in Hoogstraten vinden ze onderdak in een lege gevangenis. Hij slaapt op de grond, omdat de aanwezige matrassen worden weggehaald. 's Avonds zijn er ongeveer 3000 mensen. Het deel van hun groep, dat een fiets heeft, waaronder de auteur, gaat de volgende ochtend, 13 mei 1940, door. Onderweg moeten ze steeds dekking zoeken voor de bombardementen, ze rijden door garnizoensgebied. Van Antwerpen gaan ze door naar St. Niklaas, waar ze zich melden. Hier is het rustig. Onderweg heeft iemand anders met een vier-persoonstent met volledige uitrusting zich bij hen aangesloten. Ze worden gescheiden gehuisvest in verschillende scholen, waar ze goed verzorgd worden. 14 Mei 1940 vertrekken ze vroeg, na koffie en brood in de kerk. 's Middags komen ze in Gent en melden zich. In een café zijn nog net eieren en koffie te krijgen. Ze gaan door naar Zulten. Hier slapen ze in bedden van een meisjeskostschool. De volgende ochtend, zondag, is er ontbijt met krentenbrood, kaas en eieren. Hij gaat door naar Rousselaere. Onderweg rusten ze uit in kerken. Er zijn veel jonge Belgische mannen, die zijn opgeroepen om te werken in munitiefabrieken in Zuid-Frankrijk. Maar er is geen vervoer. Die dag, 15 mei 1940 bezoekt hij een tante die in de cel zit. De volgende dag, 16 mei 1940 fietsen ze naar Veurs. Hier ontmoeten ze Engelsen. Onderdak vinden ze op een boerderij in de smerige stal. Ze vertrekken vroeg en komen 17 mei 1940 in Wulpen, waar ze logeren bij de pastoor. Deze ontvangt hen hartelijk. De volgende ochtend, na de heilige mis van zaterdag, helpen ze met het in veiligheid brengen van voorwerpen uit de kerk. Ze luisteren naar de Nederlandse radio. De pastoor stippelt een verdere vluchtroute via Frankrijk voor hen uit. Bij Hondschoote gaan ze de Franse grens over. Ze komen in St.Omer Nederlanders tegen.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag (losse pagina's, op doorslagpapier getypt.)
- 1741
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer