Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

J.H.van Geldere: Dagboek 1 (2 en 3) van J.H. van Geldere

De auteur, een politieman, wordt bij een inval gesommeerd zich te melden voor de arbeidsinzet. Per schip vaart hij op 10 november 1944 met koffer en al via Utrecht en Amsterdam tot Kampen. Daar is brood en koffie. Onderweg is er eten. Politiemensen krijgen samen eigen kamer. Men organiseert een bonte avond. Via barakkenkamp Wezep gaat de reis verder per trein naar Duitsland. In Bentheim stopt men even voor erwtensoep en na een langdurige rit arriveert hij in Dresden. De huisvesting is op planken. Hij krijgt zijn etenskaart. Er is te eten, roken en lectuur. Hij wast en scheert zich. Door het Arbeitsamt wordt hij na registratie ingedeeld bij de luchtbescherming. De reis gaat door via Leipzig naar Eisleben en Wansleben. Zijn eerste onderdak is in een feestzaal. Hij mag de stad in om boodschappen te doen. Hij werkt in afwisselende diensten in een zoutmijn bij een vliegtuigfabriek bij de Firma Wendt, geen prettig werk volgens hemzelf. Er werken ook gevangenen. Na het werk lopen ze in formatie onder het zingen van vaderlandse liederen naar huis. Het eten is te weinig, men maakt zelf bij of laat bijmaken door een "kookvrouw". Dagelijks leest hij in een gekregen bijbel. Zondags gaat hij soms naar de kerk. Zijn sokken en voetzolen slijten in de klompschoenen. Per uur verdient hij 75 pfennig. Soms is er alarm. Nu de kachels branden, wordt daarop gekookt. De onderlinge sfeer is goed, men deelt eten en kleren. Zijn was brengt hij weg en zijn kousen worden gestopt. De dagen rond Kerstmis is er extra vlees. Hij krijgt rookwaar. Er gaan mensen met verlof. Door het zout krijgt hij pijnlijke voeten. Er zijn buiten maar een paar kranen en het is koud. In een Nederlandse krant leest hij dat er in Rotterdam geen electriciteit meer is. 21 December 1944 wordt hij overgeplaatst naar Wolfsleben naar een barakkenkamp in de bergen. Hij geniet van de treinreis ernaartoe door mooi berggebied. Aangekomen wordt hij ontluist. Huisvesting is in Appenrode in een feestzaal van een café. De auteur, een politieman, wordt bij een inval gesommeerd zich te melden voor de arbeidsinzet. Per schip vaart hij op 10 november 1944 met koffer en al via Utrecht en Amsterdam tot Kampen. Daar is brood en koffie. Onderweg is er eten. Politiemensen krijgen samen eigen kamer. Men organiseert een bonte avond. Via barakkenkamp Wezep gaat de reis verder per trein naar Duitsland. In Bentheim stopt men even voor erwtensoep en na een langdurige rit arriveert hij in Dresden. De huisvesting is op planken. Hij krijgt zijn etenskaart. Er is te eten, roken en lectuur. Hij wast en scheert zich. Door het Arbeitsamt wordt hij na registratie ingedeeld bij de luchtbescherming. De reis gaat door via Leipzig naar Eisleben en Wansleben. Zijn eerste onderdak is in een feestzaal. Hij mag de stad in om boodschappen te doen. Hij werkt in afwisselende diensten in een zoutmijn bij een vliegtuigfabriek bij de Firma Wendt, geen prettig werk volgens hemzelf. Er werken ook gevangenen. Na het werk lopen ze in formatie onder het zingen van vaderlandse liederen naar huis. Het eten is te weinig, men maakt zelf bij of laat bijmaken door een "kookvrouw". Dagelijks leest hij in een gekregen bijbel. Zondags gaat hij soms naar de kerk. Zijn sokken en voetzolen slijten in de klompschoenen. Per uur verdient hij 75 pfennig. Soms is er alarm. Nu de kachels branden, wordt daarop gekookt. De onderlinge sfeer is goed, men deelt eten en kleren. Zijn was brengt hij weg en zijn kousen worden gestopt. De dagen rond Kerstmis is er extra vlees. Hij krijgt rookwaar. Er gaan mensen met verlof. Door het zout krijgt hij pijnlijke voeten. Er zijn buiten maar een paar kranen en het is koud. In een Nederlandse krant leest hij dat er in Rotterdam geen electriciteit meer is. 21 December 1944 wordt hij overgeplaatst naar Wolfsleben naar een barakkenkamp in de bergen. Hij geniet van de treinreis ernaartoe door mooi berggebied. Aangekomen wordt hij ontluist. Huisvesting is in Appenrode in een feestzaal van een café.

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Dagboeken met bijlagen (3 schriftjes met handgeschreven tekst (fotokopieën op losse vellen papier))
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 1686
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sport
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards