Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Pieter Kapenga: Mijn ervaringen in de concentratiekampen Vught en Dachau

De auteur, die woont in Kampen, weigert als politieman joden te arresteren. Hij wordt geschorst en op 30 december 1942 ontslagen. 26 Maart 1943 wordt hij van zijn bed gelicht door de Duitsers en per trein naar Vught gebracht. Bij zijn inschrijving krijgt hij een grijsgestreept gevangenispak en klompen en wordt zijn haar afgeschoren. Hij wordt ingeënt. In de barak slaapt hij op een ijzeren stellage met matrassen. Driemaal daags is er appèl. Hij geeft zich op voor de brandweer. Door zijn werk komt hij in alle barakken. Hij verhuist als politieman naar de gijzelaarsbarak en draagt weer zijn eigen kleren. Er zijn geen appèls. In deze barak zijn studenten, werkweigeraars en notabelen. Vervolgens komt hij te werken bij de Philipsbarakken. Er is goed eten in een eetzaal. Joodse vrouwen stoppen zijn sokken. Als de laatste joden zijn verdwenen, verhuist hij naar hun uitgewoonde barak. Er worden nieuwe barakken bijgebouwd en hij verhuist weer. De onderlinge verhouding is goed. Hij geeft voorbeelden van ontsnappingen ondanks de strenge controle. Hij vertelt over de gijzelaars die er zijn. De werktijd is van 's morgens 6 uur tot 's avonds 9 uur. Zondags worden er clandestien godsdienstoefeningen gehouden. Ook zijn er sportwedstrijden. Kerstfeest wordt gevierd. De feesten van de Duitsers ontaarden meestal in drinkgelagen. Hijzelf doet dagelijks zijn gymnastiek. Gevangenen werken in buitencommando's. Op zelfgemaakte kookplaatjes kookt men eten met voedsel uit pakketten. Hij is nu magazijnmeester en loopt brandwacht. Illegaal wordt post verstuurd en komt er post binnen. Bij veel mensen ontstaat "kampkolder" door het slechte eten en de lange opsluiting. Er zijn luizen. In de Philipsfabriek, waarover hij uitgebreid vertelt, wordt naar de buitenlandse radio geluisterd. De capitulatie van Italië veroorzaakt feestvreugde. Hij schrijft een in memoriam voor dominee Boodt en citeert het kamplied van Vught. De auteur, die woont in Kampen, weigert als politieman joden te arresteren. Hij wordt geschorst en op 30 december 1942 ontslagen. 26 Maart 1943 wordt hij van zijn bed gelicht door de Duitsers en per trein naar Vught gebracht. Bij zijn inschrijving krijgt hij een grijsgestreept gevangenispak en klompen en wordt zijn haar afgeschoren. Hij wordt ingeënt. In de barak slaapt hij op een ijzeren stellage met matrassen. Driemaal daags is er appèl. Hij geeft zich op voor de brandweer. Door zijn werk komt hij in alle barakken. Hij verhuist als politieman naar de gijzelaarsbarak en draagt weer zijn eigen kleren. Er zijn geen appèls. In deze barak zijn studenten, werkweigeraars en notabelen. Vervolgens komt hij te werken bij de Philipsbarakken. Er is goed eten in een eetzaal. Joodse vrouwen stoppen zijn sokken. Als de laatste joden zijn verdwenen, verhuist hij naar hun uitgewoonde barak. Er worden nieuwe barakken bijgebouwd en hij verhuist weer. De onderlinge verhouding is goed. Hij geeft voorbeelden van ontsnappingen ondanks de strenge controle. Hij vertelt over de gijzelaars die er zijn. De werktijd is van 's morgens 6 uur tot 's avonds 9 uur. Zondags worden er clandestien godsdienstoefeningen gehouden. Ook zijn er sportwedstrijden. Kerstfeest wordt gevierd. De feesten van de Duitsers ontaarden meestal in drinkgelagen. Hijzelf doet dagelijks zijn gymnastiek. Gevangenen werken in buitencommando's. Op zelfgemaakte kookplaatjes kookt men eten met voedsel uit pakketten. Hij is nu magazijnmeester en loopt brandwacht. Illegaal wordt post verstuurd en komt er post binnen. Bij veel mensen ontstaat "kampkolder" door het slechte eten en de lange opsluiting. Er zijn luizen. In de Philipsfabriek, waarover hij uitgebreid vertelt, wordt naar de buitenlandse radio geluisterd. De capitulatie van Italië veroorzaakt feestvreugde. Hij schrijft een in memoriam voor dominee Boodt en citeert het kamplied van Vught. De vrienden zijn Dirk Boonstra, Harm Ham, Ebele Feenstra en Jan van der Heide. Het origineel van de kopie bevindt zich in het gemeente archief van Kampen

Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Verslag met bijlagen, waaronder stukken geschreven ter nagedachtenis aan vrienden (typoscript op losse vellen (kopie))
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 1676
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sport
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards