C.W.van Duijn: Verslag overgaand in dagboek met bijlagen (handgeschreven en getypte tekst in cahier)

Als de mobilisatie wordt afgekondigd volgt de auteur een tekenopleiding in Den Haag. Hij meldt zich in Noordwijk, gaat naar Friesland, waar hij nog als militair deelneemt aan de Elfstedentocht in januari 1940. Bij de inval op 10 mei 1940 is hij gelegerd in Katwijk. Er wordt geschoten op de overvliegende vliegtuigen, waarbij burgers en militairen worden getroffen. Hij vecht bij vliegveld Valkenburg en bij de Wassenaarse slag. Na zijn afzwaaien maakt hij zijn cursus af en gaat hij werken bij het kadaster in Appingedam. Hij trouwt. Maart 1943 dwingt hij de afdeling, waar hij werkt, mee te doen aan de landelijke staking. Om aan arbeidsinzet te ontkomen, vult hij een valse verklaring in. Hij verdient geld als reclametekenaar, doet klusjes en gaat erop uit als landmeter. Zijn informatie haalt hij uit kranten en hij luistert naar Radio Oranje, zodat hij bij kan houden hoe de strijd in Rusland, Italië en Duitsland verloopt. Hij noteert wat op rantsoen is en ontdekt dat winkeleigenaren een deel van de opbrengst van de bij hen ingeleverde rantsoenpunten aan de Duitsers moeten afstaan. Geallieerde vliegtuigen richting Berlijn komen over. Hij houdt bij welke Europese steden worden gebombardeerd en hoeveel slachtoffers er vallen. Zonder moeilijkheden krijgt hij als arbeidsinzetontduiker zijn nieuwe stamkaart. Februari 1944 staan de Russen bij de grens met Estland. In de trein krijgt hij 3 foto's van de koningin. Nederland wordt gebombardeerd. Bij hem in de buurt worden distributiekantoren geplunderd en er is een razzia in Holwerd. Door brieven weet hij van de inundatie van Zeeland. Hij geeft commentaar op de ingeplakte krantenknipsels. Het oprukken door Frankrijk en België na de invasie van juni 1944 wordt met spanning gevolgd. September 1944 is Nederland bereikt. Evacuatie en graafwerk voor de Duitsers dreigen. Als de mobilisatie wordt afgekondigd volgt de auteur een tekenopleiding in Den Haag. Hij meldt zich in Noordwijk, gaat naar Friesland, waar hij nog als militair deelneemt aan de Elfstedentocht in januari 1940. Bij de inval op 10 mei 1940 is hij gelegerd in Katwijk. Er wordt geschoten op de overvliegende vliegtuigen, waarbij burgers en militairen worden getroffen. Hij vecht bij vliegveld Valkenburg en bij de Wassenaarse slag. Na zijn afzwaaien maakt hij zijn cursus af en gaat hij werken bij het kadaster in Appingedam. Hij trouwt. Maart 1943 dwingt hij de afdeling, waar hij werkt, mee te doen aan de landelijke staking. Om aan arbeidsinzet te ontkomen, vult hij een valse verklaring in. Hij verdient geld als reclametekenaar, doet klusjes en gaat erop uit als landmeter. Zijn informatie haalt hij uit kranten en hij luistert naar Radio Oranje, zodat hij bij kan houden hoe de strijd in Rusland, Italië en Duitsland verloopt. Hij noteert wat op rantsoen is en ontdekt dat winkeleigenaren een deel van de opbrengst van de bij hen ingeleverde rantsoenpunten aan de Duitsers moeten afstaan. Geallieerde vliegtuigen richting Berlijn komen over. Hij houdt bij welke Europese steden worden gebombardeerd en hoeveel slachtoffers er vallen. Zonder moeilijkheden krijgt hij als arbeidsinzetontduiker zijn nieuwe stamkaart. Februari 1944 staan de Russen bij de grens met Estland. In de trein krijgt hij 3 foto's van de koningin. Nederland wordt gebombardeerd. Bij hem in de buurt worden distributiekantoren geplunderd en er is een razzia in Holwerd. Door brieven weet hij van de inundatie van Zeeland. Hij geeft commentaar op de ingeplakte krantenknipsels. Het oprukken door Frankrijk en België na de invasie van juni 1944 wordt met spanning gevolgd. September 1944 is Nederland bereikt. Evacuatie en graafwerk voor de Duitsers dreigen.