Steven W. Mulder: De oorlogsgeschiedenis van Assen 1941 - 1945 een gedetailleerd ooggetuigeverslag

In september 1941 brengt generaal Christiansen een bezoek aan Groningen. Namen van het koningshuis verdwijnen van straten en gebouwen. In Groningen gaat de auteur naar toneel. In 1942 kan hij in januari niet naar de kweekschool in Groningen, omdat de bussen gevorderd zijn. De school houdt op vanwege brandstofgebrek door de gasdistributie. De middelbare scholen, eerst in Groningen en dan in Assen, worden stilgelegd. Alleen eindexamenklassen blijven. Danslessen worden verboden. Vanaf 30 april moeten joden een ster dragen. In mei worden burgemeesters vervangen en beroepsmilitairen opgepakt. De krant gaat over op raamadvertenties, na verschijningverbod. Mussert komt in de regering. Voor een oproep naar Duitsland krijgt hij uitstel. In 1943 vertrekt zijn broer Willy in plaats van zijn vader naar Hannover. Kerkklokken worden verwijderd, bankbiljetten van 500 en 100 verbeurd verklaard en artsen treden uit de artsenkamer. De avondklok is elf uur en de cafés sluiten om 10 uur. In Groningen wordt het standbeeld van Joseph Israëls gesloopt. Vanaf 1944 moet hij tankwallen graven voor de OT (Organisation Todt). Hiervoor worden huizen afgebroken. Een weigeraar wordt doodgeschoten. Als hij op straat wordt aangehouden, moet hij zijn persoonsbewijs en vrijstelling laten zien. 80 % van de veestapel moet ingeleverd worden. Eind december is er geen elektra meer. Hij vlucht voor een aangekondigde razzia. In 1945 worden gevangenen naar Duitsland gebracht om te werken. Hij gaat de boer op om suikerbieten en melk te halen. In februari rukken de Russen op naar Berlijn. Er zijn geallieerde bombardementen. Hij helpt bij het opvangen van vluchtelingen bij het BAB (Burgerij Afvoer Bureau) en is nog steeds werkzaam bij de OT. Hij hoort van een kennis uit Den Haag, die eten komt halen, over de hongersnood, het brandstofgebrek en de sterfgevallen daar. In maart wordt de IJssellinie gesloten voor de voedselhalers. In september 1941 brengt generaal Christiansen een bezoek aan Groningen. Namen van het koningshuis verdwijnen van straten en gebouwen. In Groningen gaat de auteur naar toneel. In 1942 kan hij in januari niet naar de kweekschool in Groningen, omdat de bussen gevorderd zijn. De school houdt op vanwege brandstofgebrek door de gasdistributie. De middelbare scholen, eerst in Groningen en dan in Assen, worden stilgelegd. Alleen eindexamenklassen blijven. Danslessen worden verboden. Vanaf 30 april moeten joden een ster dragen. In mei worden burgemeesters vervangen en beroepsmilitairen opgepakt. De krant gaat over op raamadvertenties, na verschijningverbod. Mussert komt in de regering. Voor een oproep naar Duitsland krijgt hij uitstel. In 1943 vertrekt zijn broer Willy in plaats van zijn vader naar Hannover. Kerkklokken worden verwijderd, bankbiljetten van 500 en 100 verbeurd verklaard en artsen treden uit de artsenkamer. De avondklok is elf uur en de cafés sluiten om 10 uur. In Groningen wordt het standbeeld van Joseph Israëls gesloopt. Vanaf 1944 moet hij tankwallen graven voor de OT (Organisation Todt). Hiervoor worden huizen afgebroken. Een weigeraar wordt doodgeschoten. Als hij op straat wordt aangehouden, moet hij zijn persoonsbewijs en vrijstelling laten zien. 80 % van de veestapel moet ingeleverd worden. Eind december is er geen elektra meer. Hij vlucht voor een aangekondigde razzia. In 1945 worden gevangenen naar Duitsland gebracht om te werken. Hij gaat de boer op om suikerbieten en melk te halen. In februari rukken de Russen op naar Berlijn. Er zijn geallieerde bombardementen. Hij helpt bij het opvangen van vluchtelingen bij het BAB (Burgerij Afvoer Bureau) en is nog steeds werkzaam bij de OT. Hij hoort van een kennis uit Den Haag, die eten komt halen, over de hongersnood, het brandstofgebrek en de sterfgevallen daar. In maart wordt de IJssellinie gesloten voor de voedselhalers.