H.A.(zie foto) en Frits Jacobsen Landaal: Oorlog 1940, dagboek van H.A.Landaal, ...

De auteur woont in Arnhem nog bij zijn ouders thuis. Hij vertelt vooral over bombardementen door het gehele land, de luchtoorlog. Verder over maatregelen zoals verduistering, een uitgaansverbod tussen 11 uur 's avonds en 6 uur 's morgens en distributiemaatregelen in Arnhem. Hij rijdt met de vrachtwagen vluchtelingen terug naar België. In juni 1940 blijven de vliegtuigen overkomen. Krijgsgevangen militairen keren terug naar Nederland. De gevallenen op de Grebbeberg worden herdacht. In augustus 1940 ziet hij het gebombardeerde Rotterdam. Er zijn foto's en knipsels van verschillende typen oorlogsvliegtuigen, vernielingen en de strijd in Nederland en daarbuiten. Hij schrijft steeds minder en plakt steeds meer krantenknipsels in met kort commentaar. 15 februari 1941 maakt hij een bombardement in de buurt mee. Sigaretten zijn duur, voedsel en kleding gaat op distributiebonnen. "De joden krijgen het moeilijk" zegt hij. Mei 1941 wordt hij opgeroepen als kabelwacht i.v.m. gepleegde sabotage. Hij verhuist naar Den Haag en werkt bij een drogist. Hij houdt de bombardementen bij. Winter 1942 begint zijn tweede deel, voedsel nog schaarser geworden en gaat grotendeels naar Duitsland, kolen zijn er niet veel en de winter is koud. De strijd in Indië gaat slecht. Hij wordt opgeroepen voor de luchtbescherming. In de winkel krijgt een jood van hem laxeerpillen, zodat hij te ligt bevonden wordt voor Westerbork. De jodenster wordt verplicht. Ze mogen niet meer naar het park, reizen per trein, geen fiets meer hebben en niet meer dan 250 gulden in huis hebben. Ze moeten naar werkkampen in Drenthe. Metalen moeten ingeleverd worden. Oktober 1942 ziet hij 2 joden, die door 2 Duitsers mishandeld worden, met handen in de hoogte voorbij de drogisterij lopen. Eind november worden Scheveningen en Den Haag geëvacueerd. December 1942 zijn geallieerde bombardementen. Mei 1943 is de verplichte arbeidsinzet. De auteur woont in Arnhem nog bij zijn ouders thuis. Hij vertelt vooral over bombardementen door het gehele land, de luchtoorlog. Verder over maatregelen zoals verduistering, een uitgaansverbod tussen 11 uur 's avonds en 6 uur 's morgens en distributiemaatregelen in Arnhem. Hij rijdt met de vrachtwagen vluchtelingen terug naar België. In juni 1940 blijven de vliegtuigen overkomen. Krijgsgevangen militairen keren terug naar Nederland. De gevallenen op de Grebbeberg worden herdacht. In augustus 1940 ziet hij het gebombardeerde Rotterdam. Er zijn foto's en knipsels van verschillende typen oorlogsvliegtuigen, vernielingen en de strijd in Nederland en daarbuiten. Hij schrijft steeds minder en plakt steeds meer krantenknipsels in met kort commentaar. 15 februari 1941 maakt hij een bombardement in de buurt mee. Sigaretten zijn duur, voedsel en kleding gaat op distributiebonnen. "De joden krijgen het moeilijk" zegt hij. Mei 1941 wordt hij opgeroepen als kabelwacht i.v.m. gepleegde sabotage. Hij verhuist naar Den Haag en werkt bij een drogist. Hij houdt de bombardementen bij. Winter 1942 begint zijn tweede deel, voedsel nog schaarser geworden en gaat grotendeels naar Duitsland, kolen zijn er niet veel en de winter is koud. De strijd in Indië gaat slecht. Hij wordt opgeroepen voor de luchtbescherming. In de winkel krijgt een jood van hem laxeerpillen, zodat hij te ligt bevonden wordt voor Westerbork. De jodenster wordt verplicht. Ze mogen niet meer naar het park, reizen per trein, geen fiets meer hebben en niet meer dan 250 gulden in huis hebben. Ze moeten naar werkkampen in Drenthe. Metalen moeten ingeleverd worden. Oktober 1942 ziet hij 2 joden, die door 2 Duitsers mishandeld worden, met handen in de hoogte voorbij de drogisterij lopen. Eind november worden Scheveningen en Den Haag geëvacueerd. December 1942 zijn geallieerde bombardementen. Mei 1943 is de verplichte arbeidsinzet.