J.A.v.d. Berg: Persoonlijke verklaring van J.A. v/d Berg.

De auteur wordt opgeroepen voor de arbeidsinzet in Duitsland en vertrekt 15 oktober 1942 vanuit zijn woonplaats den Burg (Texel) naar Dessau. De groep wordt, na tijdelijk in een restaurant te hebben geslapen, na hun treinreis, ondergebracht in barakken. Deze zijn nog niet klaar als ze aankomen. Hij werkt bij een machinefabriek van Braun in Zerbst. Het werk is zwaar, hij draait diensten van 12 uur. Na verlof in juli 1943 gaat hij niet terug en duikt afwisselend onder in de Wieringermeer en in Amsterdam. In Amsterdam kan hij in een machinefabriek werken. Onderweg van de Wieringermeer naar Amsterdam wordt hij aangehouden door landwachters en naar het Politiebureau in Alkmaar gebracht. Na enkele dagen wordt hij via het hoofdbureau van politie in Amsterdam naar Vught gebracht. Hier maakt hij op 5 en 6 September 1944 veel executies mee. Na dolle dinsdag propt men hem in een overvolle veewagon en na een reis van 2 dagen en nachten komt hij in Sachsenhausen aan. Onderweg wordt een man door de SS, die voor de bewaking zorgt, doodgeschoten. Hij slaapt met 3, soms 4 personen op één krib. Na enkele dagen gaat hij naar het bijkamp Rathenow, vandaar weer naar een bijkamp waar hij zwaar werk doet bij de Heinkel fabrieken. In december gaat hij via hoofdkamp Sachsenhausen naar bijkamp Liebenwalde, waar hij werkt hij in een pectinefabriek. Hij blijft hier tot april 1945 tot de bevrijding door de Russen. Hij gaat ervandoor en na een tocht met veel vliegtuigbeschietingen komt hij in Nieuwe Schans aan. Na quarantaine in Winschoten gaat hij via Friesland terug naar Texel, waar hij 10 juni 1945 arriveert. De auteur wordt opgeroepen voor de arbeidsinzet in Duitsland en vertrekt 15 oktober 1942 vanuit zijn woonplaats den Burg (Texel) naar Dessau. De groep wordt, na tijdelijk in een restaurant te hebben geslapen, na hun treinreis, ondergebracht in barakken. Deze zijn nog niet klaar als ze aankomen. Hij werkt bij een machinefabriek van Braun in Zerbst. Het werk is zwaar, hij draait diensten van 12 uur. Na verlof in juli 1943 gaat hij niet terug en duikt afwisselend onder in de Wieringermeer en in Amsterdam. In Amsterdam kan hij in een machinefabriek werken. Onderweg van de Wieringermeer naar Amsterdam wordt hij aangehouden door landwachters en naar het Politiebureau in Alkmaar gebracht. Na enkele dagen wordt hij via het hoofdbureau van politie in Amsterdam naar Vught gebracht. Hier maakt hij op 5 en 6 September 1944 veel executies mee. Na dolle dinsdag propt men hem in een overvolle veewagon en na een reis van 2 dagen en nachten komt hij in Sachsenhausen aan. Onderweg wordt een man door de SS, die voor de bewaking zorgt, doodgeschoten. Hij slaapt met 3, soms 4 personen op één krib. Na enkele dagen gaat hij naar het bijkamp Rathenow, vandaar weer naar een bijkamp waar hij zwaar werk doet bij de Heinkel fabrieken. In december gaat hij via hoofdkamp Sachsenhausen naar bijkamp Liebenwalde, waar hij werkt hij in een pectinefabriek. Hij blijft hier tot april 1945 tot de bevrijding door de Russen. Hij gaat ervandoor en na een tocht met veel vliegtuigbeschietingen komt hij in Nieuwe Schans aan. Na quarantaine in Winschoten gaat hij via Friesland terug naar Texel, waar hij 10 juni 1945 arriveert.