„Mit sochem Gesindel muss ich mich herumsehlagen" (zulk gespuis moet ik bevechten). Aldui Fredcrik de Groote.bij het zien van de Russische gevangenen na den slag bij Zorndorf (25 Augustus 1758). Ook thans souden deze woorden gesproken kunnen worden „Moet ik" sprak de keurvorst. En wij herhalen het en zeggen tot elkander: „moeten wij". Nu gaat het niet alleen om Duicschland, nu gaat het erom heel Europa, het eeuwenoude bolwerk der beschaving, te beschermen, voor goed, tegen het Bolsjewistische gevaar, tegen de woeste horden uit het Oosten. Een reden te meer voor lederen rechtgeaarden jongen Nederlander om – de woorden: „ik moet". In den daad om te zetten door zich te melden, bq de Waffen-SS o» bij het Vrijwilligerslegioen „GL-rT-Pax m

Artikel uit "De residentiebode", 11 juni 1943