295. Tenslotte komen ze bij een open plek aan het strand, waar de Vliegende Vis en de lasten van Amara staan. „Als we vlug zijn," zegt Rob, „kunnen we daar zijn voor de hele bende terug is. Kom mee en zo gauw mogelijk!" Meteen duikt hij in zee en Ans volgt hem zonder aarzelen. 296. Met lange slagen zwemmen zij over de baai, terwijl zij er voortdurend op bedacht zijn, achter de rotsen schuil te blijven. Maar als zij bij het strand aankomen, ontdekken zij, dat een der rovers achter een machinegeweer rustig op wacht zit, «Menetx w#t «rbijr «8* Bon, 297. De man is gewapend met een automatisch geweer en Rob weet, dat hij groot gevaar loopt, als hl] den knaap aanvalt. Maar als Rob ziet, dat hij een nieuwe sigaret gaat aansteken, kan hij het wagen. Ans krijgt opdracht, naar de Vliegende Vis te kruipen, terwöl Bob aett raust gaat.

Artikel uit "Limburger koerier : provinciaal dagblad", 13 september 1940