Surinaamse arbeiders in het verzet: Charles Desiré Lu-A-Si en de Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland
Enkele jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog richt een groep Surinaamse arbeiders in Nederland een vakbond op. Zij keren zich al in de jaren 30 openlijk tegen het oprukkend fascisme en gaan tijdens de Duitse bezetting in het verzet. Een van hen is Charles Desiré Lu-A-Si.
Portretfoto van Charles.
Tegen de overheersing
Op 22 februari 2023 was het 125 jaar geleden dat Anton de Kom werd geboren in Paramaribo, Suriname. De antikoloniale activist en schrijver van Wij slaven van Suriname was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Vlak voor de bevrijding kwam hij aan zijn einde in Kamp Neuengamme. De Kom is wellicht de bekendste, maar zeker niet de enige verzetsstrijder met een koloniale achtergrond. Cijfers over verzet zijn vanwege het geheime karakter moeilijk te verzamelen, maar wel staat vast dat mensen uit de koloniën zeer actief waren in het Nederlandse verzet. Zij kwamen uit Nederlands-Indië/Indonesië, het Caribisch gebied en Suriname en streden tegen de Duitse overheersing van hun koloniale overheerser. Ter gelegenheid van 125 jaar Anton de Kom besteedt Netwerk Oorlogsbronnen dit jaar aandacht aan verzetsstrijders met een koloniale achtergrond. Wie waren zij en wat waren hun beweegredenen?
Achtergrond van de familie
Charles Desiré Lu-A-Si wordt op 13 december 1911 geboren in Paramaribo. Zijn vader is waarschijnlijk Jacques Louis van Niel, een planter op de plantage La Tourtonne, maar erkent Charles niet als kind. Charles moeder is Paulina Juliana Lu-A-Si. Zij heeft een voormalig slaafgemaakte Afro-Surinaamse moeder en haar achternaam Lu-A-Si duidt op een vader met een Chinese immigratie achtergrond, waarschijnlijk een contractarbeider. Hoewel we dus veel weten over de diverse achtergrond van Charles is over zijn jeugd in Suriname minder bekend. Charles werkte waarschijnlijk als matroos en komt in 1931 in Nederland terecht.
Naar Nederland
In Nederland woont Charles eerst in Den Haag en vervolgens in Amsterdam. Hij vindt werk als buffetbediende en later als elektrisch lasser in de haven van Amsterdam, maar kan ook als slagwerkmuzikant aan de slag. In vooroorlogs Nederland is er voor Surinamers voornamelijk werk in de industrie, horeca en in de entertainmentindustrie. Op een feestje van de Bijenkorf in Amsterdam ontmoet hij Rachel Frankfoorder. Hoewel Charles Nederlands Hervormd is opgevoed, trouwt hij op 28 oktober 1936 met de Joodse Rachel. Charles woonde in Paramaribo naast een synagoge en weet dus wat van het Jodendom af. Op 6 februari 1937 krijgen zij een zoon, Désiré Charles (‘Dees’ of ‘Dési’) Lu-A-Si genaamd. In deze tijd wordt Charles ook politiek actief.
Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland
Aan het begin van de twintigste eeuw bevinden zich in Nederland enkele honderden Surinamers, voornamelijk studenten en arbeiders. Langzamerhand ontwikkelt zich in Nederland een internationaal netwerk van arbeiders en linkse activisten uit Suriname die contact onderhouden met activisten in de rest van West-Europa, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. In 1935 richt een groep Surinaamse arbeiders onder leiding van de Surinaamse communist Albert Jan Telegraaf de Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland op om op te komen voor de rechten en de sociaaleconomische positie van Surinamers in Nederland. Geïnspireerd door communistisch gedachtegoed is de organisatie sterk antikoloniaal en antiracistisch. Bekende communistische activisten zoals de Surinaamse medeoprichter van de Communistische Partij in de Verenigde Staten Otto Huiswoud en de Surinaamse schrijver Anton de Kom staan in contact met deze organisatie. Ook wordt er samengewerkt met de Communistische Partij Nederland (CPN).
Blank en zwart tegen onderdrukking en rassenhaat
Het blad van de Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland heet Surinamers in Nederland; Voor gemeenschappelijke strijd van blank en zwart tegen onderdrukking en rassenhaat. Zoals de titel van het blad al aangeeft, ageert de organisatie in het blad tegen de onderdrukking en het racisme van het koloniale systeem. Op 15 juli 1935 is in het blad te lezen: “Drie eeuwen lang werden wij, Surinamers, geknecht en uitgebuit door de Nederlandse regering”. Hoewel de organisatie uitdrukkelijk antikoloniaal is, benadrukt het in hun blad dat de Surinaamse arbeiders solidair zijn met de Nederlandse arbeiders en samen tegen systemen van onderdrukking moeten strijden. Zo meldt het blad op 1 juni 1935:
“Op de omslag van ons blad drukt een zwarte hand een blanke hand. Dit is de hand van de Surinaamse arbeider, die zijn Hollandsche broeder de belofte van trouw in den strijd geeft. Zoo moet het zijn. Niet onderling verdeeld doch samen tegen onze gemeenschappelijke vijand.”
Surinaamse arbeiders tegen fascisme
Deze gemeenschappelijke vijand wordt in de jaren 30 steeds nadrukkelijker het fascisme. De Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland protesteren in hun blad en in diverse linkse kranten tegen de fascistische mogendheden. De Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland roept bijvoorbeeld in juni 1935 Nederlandse havenarbeiders en vakorganisaties op om goederentransporten vanuit Nederlandse havens naar fascistisch Italië te boycotten nadat Mussolini met veel geweld Ethiopië had bezet. In het verlengde van deze oproep organiseert de bond op 27 augustus 1935 samen met Indonesische organisaties zoals de Indonesische studentenvereniging Perhimpunan Indonesia een openbare vergadering om de Italiaanse inval in Ethiopië en de Japanse bezetting van China te bespreken. Naast het bekritiseren van de koloniale projecten van fascistisch Italië in Afrika en Japan in Azië, verzet de bond zich ook tegen toenemende anticommunistische en anti-Joodse maatregelen in nationaalsocialistisch Duitsland. Zo eisen zij de vrijlating van opgepakte Duitse communisten en protesteren zij tegen de Jodenvervolging. In de communistische krant De Tribune staat op 25 juli 1935 de volgende oproep van de bond:
“De Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland wenst middels deze met nadruk te protesteren tegen de opnieuw ontketende Jodenvervolging in Duitsland, en wijst met beslistheid elk rassenvooroordeel terug.”
Februaristaking
Charles is lid van de Bond van Surinaamse Arbeiders in Nederland. Zoals velen in de organisatie is hij ook lid van de CPN en is zelfs functionaris in de partij. In de eerste jaren van de Duitse bezetting van Nederland zijn het vooral de communisten, zoals leden van de CPN en de Bond voor Surinaamse Arbeiders in Nederland, die zich tegen de Duitse bezetting verzetten. Diverse Surinaamse communisten treden toe tot het verzet, zoals Iwan Kanteman en Christiaan van de Montel. Ook Charles en Rachel gaan in het verzet. Onder het alter ego ‘Shanghai Express’ verspreidt Charles illegale communistische bladen en beplakt muren met illegale pamfletten. Als op 22 en 23 februari 1941 de eerste grote razzia van Joodse inwoners van Nederland in Amsterdam plaatsvindt, organiseren Charles en andere communisten op 25 en 26 februari 1941 een grote protestactie, de Februaristaking. Nadat de Februaristaking in de daaropvolgende dagen met veel geweld is onderdrukt, opent de Duitse bezetter de jacht op communisten. In het voorjaar worden diverse communistische verzetsgroepen opgepakt. Als nazi-Duitsland op 22 juni 1941 de Sovjet-Unie binnenvalt, intensiveert de aanpak van communisten. In de nacht van 24 op 25 juni 1941 pakt de Duitse bezetter met behulp van door de Nederlandse politie aangeleverde informatie ruim 400 leden van de CPN op. Ook Charles wordt in de zogeheten CPN-Aktion thuis gearresteerd.

Charles Lu-A-Si
Paramaribo, 13 december 1911 - Auschwitz, 15 november 1942
Gearresteerd in Amsterdam

Gevangen in Kamp Amersfoort
Gevangenschap
Na zijn arrestatie komt Charles in Kamp Schoorl terecht. Hier worden de meeste in februari 1941 opgepakte Joden en de in juni 1941 opgepakte communisten opgesloten. Voordat het kamp eind 1941 sluit, is Charles echter al overgebracht naar Kamp Amersfoort. Vanuit dit kamp schrijft hij op 7 september 1941 een brief aan Rachel waarin hij haar geruststelt. Charles schrijft: “Maak het je zoo aangenaam mogelijk. Ik maak het wel […]. Ik wacht rustig en kalm af tot ik weer vrij ben.[…] Ik maak me zorgen om jullie.” Charles komt echter niet meer vrij. Hij wordt op 1 augustus 1942 via Neuengamme naar Dachau getransporteerd en arriveert op 26 oktober 1942 in Auschwitz. Hier komt hij op 15 november 1942 om het leven.
Rachel en Dees
Rachel blijft in eerste instantie op vrije voeten. Na de Februaristaking worden Joodse werknemers van de Bijenkorf ontslagen. Ze blijft echter actief in het verzet en smokkelt voedselbonnen. In augustus 1944 wordt Rachel opgepakt als zij met een vals identiteitsbewijs met de trein reist. In Kamp Westerbork ontmoet ze Anne Frank en haar familie. Vervolgens komt Rachel in Auschwitz, Bergen Belsen, Raghun en uiteindelijk in Theresienstadt terecht waar zij op 8 mei 1945 wordt bevrijd door het Rode Leger. Zoon Dees overleeft de oorlog in onderduik in Rotterdam. Rachel heeft zich na de oorlog ingezet om het communistische verzet van Charles bekend te maken. Uiteindelijk wordt Charles vermeld op een in 1950 opgericht monument in het centrum van Paramaribo. Op de plaquette staat: “Ter Nagedachtenis aan een Deel van de Surinaamse Gevallenen van de Tweede Wereldoorlog”.
Getuigenverhalen