Bevrijd en belegerd: Nijmegen als frontstad
Bij Operatie Market Garden ligt de focus vaak op de militaire mislukking bij Arnhem – een brug te ver. Maar terwijl de geëvacueerde Arnhemse bevolking in spanning wacht op de bevrijding, hebben de Nijmegenaren het ook zwaar te verduren. Het bevrijde Nijmegen verandert in een frontstad, met de bevolking in de vuurlinie. Het leven gaat ondergronds verder, in de schuilkelders.
Door het geallieerde bombardement van 22 februari 1944 worden veel huizen weggevaagd. En met de bevrijding van de stad op 20 september 1944 worden de nog overeind staande gebouwen in de binnenstad grotendeels verwoest. Een deel van de bevolking moet zijn heil zoeken in de schuilkelders.
Duitse beelden van de gevolgen van het bombardement op Nijmegen op 22 februari 1944.
Frontstad
Met de bevrijding houdt de oorlog niet op. De stad en haar bevolking ligt pal aan de frontlinie. Nijmegen blijft nog een halfjaar het doelwit van Duitse bommen en granaten. Dit dwingt een deel van de bevolking om een veilig onderkomen te zoeken in de schuilkelders, terwijl de ingekwartierde geallieerde soldaten de stad voller maken.
De grote geallieerde militaire aanwezigheid is nodig vanwege het gevaar van de Duitse beschietingen en eventuele tegenaanvallen. Ook zijn de geallieerden bezig met het voorbereiden van de doorstoot naar Duits grondgebied met Operatie Veritable. De stad mag dan bevrijd zijn, de bewoners zijn niet vrij om zomaar de straten op te gaan. Ze kampen met grote woningnood, voedseltekorten en de blijvende oorlogsdreiging.